E. du Perron
aan
C. van Wessem
Parijs,4263 7 juli 1936
Parijs, Dinsdag.
Beste Constant,
Gisteren schreef ik je net,4264 en natuurlijk - vandaag je brief. Stuur mij dat stukje over Dekker omgaand terug, dan gaat het in de volgende (of daaropvolgende) Gr. Ned4265; en dan zijn de heeren Van Vriesland en Stroman4266 niet geblameerd. Ik wil graag ‘bon prince’ zijn in dezen, gezien dat Dekker er nog meer onaardigheid aan beleeft in Gr. Ned. (gesteld dat zulke dingen moeten tellen) dan in de V. Bl. Maar het principe van veto's uit te spreken tegen bepaalde stukjes lijkt mij onjuist; die blocnotes drukken mijn opinie uit en ik geloof niet dat één mensch in Holland die verwarren zal met de opinie's van Stroman en Van Vriesland. Misschien wil je dat deze heeren nog wel eens zeggen?
Ik ben het volkomen eens met ‘verdrek’ en al wat je zegt lijkt mij niet daartegenin te gaan. ‘Het verdrek’ is minder subtiel dan ‘turfmolm’, en ‘Verdrek’ als uitroep zou werkelijk de meest hollandsche geest nog krachtig herinnerd hebben aan ‘verrek’. De speciale manier van die r's te zeggen zou uitstekend vervangen zijn door de dr. In ieder opzicht vind ik ‘verdrek’ dus beter dan ‘verrek + turfmolm’, n'en déplaise de W.C. voor huisdieren die geen mensch achter ‘turfmolm’ zoekt. Ik begrijp niet dat jou bij een trouvaille als ‘verdrek’ - die natuurlijk gewoon een ‘ingeving’ is, maar diè gelukjes moet je hebben! - niet een licht is opgegaan; als ik jullie vertaling gemaakt had, zou ik gezegd hebben: ‘Verdrek, dat had ik moeten vinden!’ Maar basta, jij bent op dit gebied ‘standvastiger’, zullen we maar zeggen, dan ik. Ik zou wel eens willen weten wat Kelk ervan vindt.4267
Nu, voorloopig zooveel. Met hartelijke groeten voor jou en mijn verdrek voor de censuur van die twee heeren, steeds je
E.