E. du Perron
aan
J. Greshoff
Parijs, 20 juni 1936
Parijs, 20 Juni 1936.
Beste Jan,
Dank voor je brief. Van de reis naar Portugal zie ik alweer af: het is op zichzelf wel niet duur, maar voor ons te duur. Ik ga dus wschl. met Bep en Alain, en Gille, in een belgische vacantiestreek, dat is nu eenmaal het goedkoopste op aarde.
Je moet me maar veel schrijven uit Portugal. Als je brieven erg ‘pro’ zijn, gaan we er misschien wel wonen. Ook als de prijzen daar wèrkelijk zoo meevallen; dat moet je me dus allemaal berichten.
Als we 1 Oct. van hier vertrekken, moeten we toch weten waarheen! Holland, Indië, België, Zuiden v. Frankrijk, Portugal, Spanje (Mallorca?), - soms denk ik: waarom niet de Transvaal?
Die historie met Gille, die niet opschiet, zit mij ook dwars. Ik moet toch zoo zoetjes aan weten òf hij nu naar Morlanwelz kan of niet?! Mijn schoonzuster vertrekt 8 Juli a.s. naar Indië. Ik zou het haar vóór dien tijd nog willen doen weten.
Ik begrijp niets van je plannen om in Holland weinig lieden te zien: ‘alleen Romein’ en dan Slau. Waarom in godsnaam Henny niet, en Menno en Jany? Is dat om de Vlugschriften? Maar ik denk dat het met deze sombere plannen wel losloopt. In Parijs wou je ook niemand zien, en toen je wegging had je alles achter je, alle Hans van Loons en Leo Koks en Mieltje Schrammen die hier maar te vinden waren. ‘Zoo is het leven!’
Mijn secretariaat van Gr. Ned. is dus ook vervlogen. Tant pis.
Ik verwacht mijn vriend Adé Tissing hier; misschien dat hij een ‘openingetje’ voor me ziet in Indië? Desnoods bij de boekhandel.
Later meer. Hou je taai en veel hartelijke groeten van ons beiden.
Steeds je E.