E. du Perron
aan
J. Greshoff

Parijs, 21 mei 1936

Parijs, Donderdag.

Beste Jan,

Dank voor de gezonden papieren. Ik moet nu nog verschillende dingen doen en Jany is er ook nog, - hij gaat Zaterdag door naar Bretagne, - maar ik zal toch probeeren terug te vinden wat weg is. Anders laat ik het maar zoo: zóóveel is er ook niet aan verloren. - Zou je mij een brief willen schrijven met zooveel mogelijk postzegels van Astrid erop: het is voor mijn jongste neefje Petel. Anders een paar brieven, desnoods met wit papier erin. - En denk je ook nog aan Vermeylen en Gille? want er moet een beslissing genomen worden, en ik kan niets doen voordat ik weet wat V. gezegd heeft. Als het deze Zaterdag dus niet kan; doe je het dan zeker de volgende? Mijn schoonzuster moet het ook weten, met het oog op de te zenden gelden; en ze gaat al gauw terug.

Nu, het beste verder. Ik schrijf wel eens beter. Steeds je

E.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie