E. du Perron
aan
J. Greshoff

Parijs, 17 mei 1936

Parijs, Zondag.

Beste Jan,

Ik ben nu misselijk van de zaak, vooral waar ‘de eenigste mogelijkheid is dus dat de heer Du Perron zich vergist’. Laat ons aannemen dat ik gaga ben en niet Coenen, uit.

Dat ik jou zou willen overladen met verwijten is onzin. Als ik zeker wist dat jij die copy had weggemaakt zou het me minder kunnen schelen.

Hierbij antwoord op je vragen.

1. Ik heb drukproef gehad van blocnotes Juni en Juli. - 2. Ook van het verhaal. - 3. Bep heeft geen drukproef gehad.4190

Zou je mij die 5 pakjes die nu bij je zijn (Aug. - Dec.) zoo spoedig mogelijk aangeteekend op willen sturen? Als pap. d'aff. natuurlijk, niet als brief. Ik zal dan, met behulp hiervan + de proeven waarvan ik revisie gevraagd heb, probeeren terug te vinden wàt weggeraakt is; dat lijkt mij het ‘eenigste’ in deze affaire.

Later meer en beter en over wat anders. Hartelijke groeten, ook van Bep en aan Atie, - steeds je

E.

Van de W.B. al nul op mijn rekest gekregen, dat is dus ook in orde.

4190‘Blocnote klein formaat’. In GN 34 (1936) 6 (juni), p. 548-553 en 7 (juli), p. 69-74 (Vw 5, p. 119-124 en 127-133).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie