E. du Perron
aan
F.E.A. Batten
Parijs, 18 juli 1935
Parijs, 18 Juli.
Beste Freddy,
Dank voor de photo.3816 (Er was er maar 1.)*
Ik meen erbij te hebben geschreven dat je stuk in Forum (NATUURLIJK) veel beter was dan het andere. Maar de manier van slecht schrijven, d.w.z. van ernaast schrijven is (begrijpelijkerwijs) precies dezelfde; en gemakkelijker na te gaan, en bijgevolg ‘onthullender’, in het haastige stuk. Het gaat er ook niet om, of je genoeg vat op je geeft of niet - dit zijn termen, tusschen Ter Braak en mij in zwang en die ik dus heel goed ken, maar die er hier niet toe doen. Ik zeg niets tegen den inhoud van je stuk, en niets tegen den ‘ik’ die erin vervat is, mijn raad en mijn bezwaren gelden uitsluitend de vorm. In je antwoord aan mij schijnt dit je niet duidelijk te zijn geworden; het kan zijn dat ik het niet duidelijk genoeg schreef.
Èn Tinan, èn Couperus, èn Tourguénieff schrijven in hun kader voortreffelijk; althans vaak (Couperus het slechtst). Ik had dus allerminst de bedoeling je tegen Tinan te waarschuwen om Tinan - ook dat begreep je niet! - en ik persoonlijk heb voor Tinan nog altijd zeer veel bewondering. Maar puur technisch zijn al deze auteurs voor jou de goede niet; m.a.w. als ik het met een simplistisch voorbeeld zeggen mag: om te schrijven als Tourguénieff zou jij moeten gaan door bv. Mérimée.
Ik hoop dat je het zuiver ‘oefenkundige’ van mijn bemoeienis nu begrepen hebt. Ben je het niet met mij eens, best; vind je dat er niet geoefend moet worden (dergelijke idiotieën denk je als beginnend auteur, tot je na 10 jaar werken merkt dat je je als een gek tòch geoefend hebt - al is het niet altijd op de meest doeltreffende, d.w.z. economische manier) - nog beter. Ik schrijf je dit alleen om je niet het idee te geven dat ik idioot ben; althans, idioter dan ik verdien. Als een schrijver ook als schrijver ‘zichzelf wil worden’, moet hij voor een groot deel tegen zijn natuurlijke gaven ingaan; d.w.z. die disciplineeren, zich oefenen in het beheerschen van wat hem niet meteen afgaat; dus in jouw geval: de korte scherpe formule en niet de lyrische pathetiek.
Wat je haastig en daarom ‘te compact’ noemt, is allerminst compact, is alleen maar slecht gedacht, lukraak opgeschreven (geformuleerd) in pasklare, ‘sluimerende’ formules (dus van anderen), en toen heel slecht in elkaar geschroefd. Dit alles heeft niets met jezelf te maken, want je kunt hiernaast in potentie een genie zijn, - het is puur technisch. En wat het ‘wazig-subtiele’ vormt in de ‘mémoires’ is eenzelfde manier van lukraak formuleeren, alleen met een al-of-niet echt subtiele inhoud en bedoeling. Terwijl je vat op je wil geven als mensch, slip je ernaast als schrijver; het resultaat is dat je toch slecht vat op je geeft. Misschien vind je deze kinderlijke waarheid een korte meditatie waard. Misschien ook niet; ik probeer alleen je dingen te zeggen waar je iets aan hebben kunt. - Als je hier was zou ik èn de eerste blzij van het haastige stuk (zéér de moeite waard, zooals haastig geschreven kladjes voor graphologen) èn je ‘mémoires’ met je bekijken, en je op 100 plaatsen vol deemoed vragen: ‘Fredje, wat bedoel je hier precies mee, want ik begrijp het niet al te best.’
Waarom je wel de poëzie van Larbaud kunt overlezen, ‘altijd opnieuw’, en van dien armen Tinan alleen maar af en toe een bladzij voor de ‘sfeer’, is mij ook mysterieus. Tenzij gewoon omdat alle poëzie zich beter laat overlezen dan alle proza - altijd als de twee ongeveer gelijkwaardig zijn. De poëzie van Larbaud is zeer veel minder dan zijn proza in Barnabooth; maar zijn Barnabooth is inderdaad ook zeer veel beter - en nu in ieder opzicht - dan Tinan. Maar (3e draai!) zijn Barnabooth behoort dan ook tout simplement tot het allerbeste proza dat ooit geschreven werd.
Verlies van Tijd3817 doet onmiddellijk denken aan À la Recherche du Temps Perdu, wat voor Vestdijk - eminent proustiaan - natuurlijk niet te verdragen was.
Voor Rudie: begin October ben ik hoogstwschl. hier.
Mijn vrouw laat zeggen dat ze alle Vaderland-artikelen ongelezen weglegt en er nooit van wil horen. Maar bovendien schijnt dat dansen op de vulkaan van iemand anders te zijn, die ‘Onder den Eiffeltoren’ schrijft. Dat je onze rotzooi voor Het Vad. ook nog bekijkt, is anders toch wel het toppunt van toewijding!
Hartelijke groeten, ook aan Rudie, van je
EdP.
P.S. - O ja, dat voorbeeld van die hond en die student te Leiden gaf ik je niet op om het onnoozele ervan (zooals jij schijnt te veronderstellen), maar als vb. van een zin waarvan het 1e deel op het 2e slaat als een tang op een varken.