E. du Perron
aan
A. Roland Holst
Le Roselier-en-Plérin, 20 december 1934
Adres achterop enveloppe.
Bretagne, 20 Dec. '34.
Beste Jany,
Het doet me plezier dat Menno al net zoo sympathiseerend over je schreef als jij over hem; hij schreef mij nl. gisteren dat hij zéér tot zijn genoegen bij je logeerde en dan: ‘Sedert dit bezoek schat ik hem nog hooger dan ik al deed; hij is alleraardigst, allervriendschappelijkst en een qualitatief ander mensch dan Pom-Jacques-Vic. De eenige dichter, die werkelijk is wat hij dicht. Wij hadden lange gesprekken en bleken het eigenlijk erg eens’.3489 - Dit laatste is misschien toch een illusie, maar zooals je weet heb ik die ook, en wat mij vooral genoegen doet is Menno's vergelijkend oordeel dat, geheel afgescheiden van mij, zoo precies met het mijne overeenkomt! - Menno schreef overigens een stuk over Engelman-Nijhoff3490 dat ik werkelijk ‘pour une fois’ zonder eenig plezier gelezen heb. Deze argumentatie tegen het dichterschap wordt zelfs mij wat te goedkoop.
Maar Menno zelf is, bij veel ‘vreemds’, d.w.z. ‘hollandsch’ voor mij, absoluut een van de eerlijkste en zuiverste menschen die ik ken. Hij is zeker precies even loyaal en betrouwbaar als Henny, en geen haar minder ‘zeker’ als vriend. Geef mij bij gelegenheid eens het adres van Haulleville.
Je moet absoluut lezen: Le Chant du Monde van Giono, niet alleen omdat het een van de allerbeste fransche boeken is sinds jaren, maar omdat het zoowel Bep als mij door-en-door een boek lijkt voor jou. Bep wil het bespreken voor haar volgende kroniek in De Gids,3491 maar als je tot zoolang wachten kunt zenden we jou ons exemplaar, zoodat je het niet hoeft te koopen. Maar ik geloof dat je er ook dit laatste gerust op wagen kan.
Ik ben hier inderdaad weer enorm opgeschoten en zie het einde naderen. Als alles goed blijft gaan, denk ik tegen half Januari klaar te zijn. De rest is dan bijvijlen en omwerken, als ik de getypte tekst vóór me zie. En ik schrijf nog wel met deze abominabele dikke pen, die me een schrift geeft als van een sergeant-majoor.
Ik vond Het Leven op Aarde wat traag, maar inderdaad, zooals jij zegt ‘voor het voornaamste’ heel mooi. - Met Haulleville zal ik toch nog eens verder gaan, nu jij zijn einde zooveel beter vindt. Toch geloof ik niet dat er een ‘geboren schrijver’ in hem zit - wat bij Slau zoo absoluut duidelijk is. Slau is voor mij werkelijk het type van een eersterangsschrijver die schrijft met de linkerhand. (Zooals Jef Last het type is van een vierderangsschrijver, die combineert en doet wat hij kan.)
Mijn gezondheid is erg matig, maar voorloopig denk ik maar aan één ding: het boek af te maken ook als het mij diezelfde dienst terug bewijst. Querido wacht, maar dat is het niet; ik ben er nu weer in, maar het wordt hoog tijd dat ik er nu uit kom, want lang houdt deze historie mij niet meer bezig; het leven trekt mij nu al telkens naar andere kanten en ik zie al duidelijk mijn volgend boek vóór me, dat totaal anders zal zijn.
Stuur je nog eens wat poëzie aan Forum, ondanks het getheoretiseer van Menno? Is het met het oog op deze uitingen dat je de erotiek stop wilt blijven zetten, ofschoon... Het is gek, maar wij hebben hier allebei angstig naar elkaar gekeken toen we moesten lezen dat je ‘in een nagenoeg volstrekte onthouding’ leefde, en Bep maakt zich nu weer ongerust over het karakter van wat de volstrektheid nog breken kan. Stel ons in je volgende brief gerust, en ontvang, hoe dan ook, voor alles onze beste wenschen + een hand van je
E.
P.S. - Wij zijn vanaf 3 of 4 Januari weer in Parijs. Als ik je later niet meer schrijf, d.w.z. tusschen nu en dan, dan hierbij het beste met Xmas-en-wat-erop-volgt. En moge de onthouding geen aanloop tot het huwelijk blijken te zijn!