E. du Perron
aan
J. van Nijlen

Parijs, 22 oktober 1934

Parijs, Maandag.

Beste Jan,

Dank voor de teruggestuurde Ducroo-stukken. Het mysterie was meteen opgelost, want het door mij verloren blaadje lag bij jou in duplo; aldus...

Het doet mij plezier dat je De Sm. Mens goed vindt; trouwens, je kent 9/10 ervan, en zelfs ‘de groote dingen van de planken’ stonden in Forum. Wat nieuw is, zijn sommige uitbreidingen, staarten en andere toevoegsels, en dan het heele laatste stuk, + een groot deel van Jan Lubbes. Vermoei je er maar niet mee, maar als je beter mocht gaan en langzaam af en toe wat leest, schrijf me dan eens welke je de beste stukken, daar zou je me een groot plezier mee doen. Of zeg het aan Jan en laat het mij - maar dan nauwkeurig! - schrijven.

Ik hoop dat ik spoedig betere berichten van je krijg. Met ons gaat het nu iets beter; ik werk weer aan Ducroo, wat mij toch nog de meeste bevrediging geeft. Ik ben bang dat er te veel komt, anders zeer tevreden over het algemeen. Toch moet ik nog een 200 blzn. schrijven, daar is niets aan te doen, hoe ik het ook draai; het boek is instinctief daarop berekend: een 700 blzn. ms., dus ± 500 gedrukte bladzijden. Dat is Barnabooth ook, en dat Brulard ook met gemak geworden, als het niet in de steek gelaten was...

Nu, beste Jan, tot later. Het allerbeste toegewenscht en de tout coeur. Ook van Bep.

Je E.

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie