E. du Perron
aan
J. Greshoff
Parijs, 18 januari 1934
Parijs, Donderdag.
B.J. - Vanmorgen kwam er dan een brief van T.V., dat Gist. eindelijk verpatst is. 5000 meer dan hij had durven hopen! - soit 175.000. Het is om te huilen, maar ik heb maar één gevoel: ik ben er af. Meer à petit feu had het moeilijk gekund, en ½ jaar geleden gaf die architect, of wat was het, er nog 200.000 voor, weet je dat nog? (toen wij nog 350.000 vroegen); ½ jaar eerder had ik dus 25.000 meer kunnen hebben, èn ½ jaar spanning minder. Bah. - De goeie T.V. raadt mij nu rustig aan om de levensverzekering, die ze mij mèt de hypotheek aangesmeerd hebben, voort te zetten. Ik schreef hem dat ik dat onder geen voorbeding wil. Laat mij alle boete's en rouwgelden betalen, maar ik wil bevrijd zijn van alle flikkers, tot den laatsten man. Als je hem spreekt of opbelt (of hij jou) leg hem dit gevoel dan uit, dat hij weer in staat is verkeerd te begrijpen. Nu ik bekaaid er van af kom op ongeveer ieder financieel terrein, wil ik althans ‘moreel’ kunnen herademen. Ik wil en moet dus van alles af. - Ik voel mij deze laatste dagen weer zoo moe en beroerd, dat Bep besloten heeft deze week-end nr Bellevue te gaan om uit te rusten (dat kàn hier gewoon niet, met de Russen). Aan Malraux werk ik als met kiespijn, mijn hoofd is ook te belabberd ervoor. Later beter. Informeer ook bij T.V. wanneer ik nu het geld zal ontvangen. Ik schreef hem daarover, maar krijg misschien geen antwoord; hij heeft mij zelfs niet gezegd wie de kooper is, en ik wil dat nu ook niet vragen. Schrijf gauw eens.
Je E.