E. du Perron
aan
J. Greshoff

Bellevue, 15 april 1933

Bellevue, Zaterdag.

Beste Jan,

We hebben Schilt geschreven dat wij voor minder dan fl. 10.- per brief het werk niet konden doen. Vandaag een brief van Pannekoek ontvangen die het erg betreurt en vertelt dat Schilt liegt uit vrees voor den Directeur, die gewoon zelf aan het gappen en wegmaken van copy gaat, om geen honoraria te moeten betalen. Zooiets is heel mooi voor een verhaaltje, maar niet om mee te werken. C'est pas sérieux, zou Jan v. Nijlen zeggen.

Je hadt indertijd 2 exx. op Hollandsch van mijn oranje boekjes; 1 van P. tot Afst., en 1 van B.G. aan E. Wil je het eerste aan Fred. Batten zenden (Archimedesstr. 35, Haag). Ik heb hem dat boekje al een jaar geleden beloofd; hij is er erg op gesteld, ondanks Mikrochaos; laat ons het kind gelukkig maken.

Wat heb je voor verzen van hem opgenomen in Gr. Ned.?2673 Hij is daar verrukt over en ‘onnoemlijk dankbaar’. Enfin...

Ik voel mij niet best; slaap beroerd, heb hoofdpijn enz. Als die boel met Het Vaderland mislukt (ik denk dat het daar wel van komen zal) zullen Bep en ik weer het noodige moeten schrijven voor de N.R. Ct.

Later meer. Hartelijk je

E.

Je blijft zwijgen over Tchtchedrine. Ik neem dus aan dat je het boek niet hebt. Vergeet nu niet P. tot Afst. te zenden! Dank bij voorbaat.

2673Pas in GN 33 (1935) 11 (november), p. 450 verscheen van Batten het gedicht ‘Abschied: Siodmak’.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie