E. du Perron
aan
J. Greshoff

Bellevue, 13 april 1933

Bellevue, 13 April.

Beste Jan,

Wat wij voor die brieven van Het Vaderland krijgen mag Joost weten. Bep heeft er een onaangename briefwisseling over met Schilt. Eerst kreeg zij voor 4 brieven, tesamen ± 4½ kolom, fl. 45.; we namen toen aan dat we voor brieven van ± 1 kolom fl. 10. zouden krijgen, voor die van ± 1½ kolom, f 15. Maar in Maart kreeg zij voor het in Februari geleverde: 6 brieven en 7 kolom, maar fl. 60. We namen toen aan dat we, hoe dan ook, tot een tientje per brief waren afgeslagen. Maar deze maand kregen we opeens maar fl. 31.- voor 6 brieven! Eén daarvan heet weggeraakt te zijn door de post. Dit is een leugen, want Pannekoek heeft geïnformeerd en weet dat Schilt hem in handen heeft gehad en ter zetterij doorgegeven. Maar zelfs als ze ons voor die fl. 10.- begappen, waren er dan toch nog 5 brieven en 6 kolom te betalen. Bep heeft dus geprotesteerd. Tot antwoord: die leugen over dat wegraken, en dat de administratie zich inderdaad vergist had en één brief had overgeslagen. Nieuwe chèque: nu is het fl. 41. Vandaag schrijft Bep dat het nòg niet in orde is, en dat ze voor minder dan fl. 10.- per brief niet kan werken. Houden ze ons daaraan, dan scheiden we ermee uit. Alles goed en wel, maar minder dan fl. 10.- per brief van gemiddeld meer dan een kolom is gekkenwerk, ook al zit je dan in de beroerdigheid.

Ik weet niet hoeveel jij instuurt - het zal wel beduidend meer zijn dan wij - maar misschien geeft deze manier van optreden je eenig idee van wat je te wachten hebt. Bep schreef een zeer beleefd briefje aan Schilt en kreeg een sec kattebelletje van 4 regels terug. Als je daarbij weet dat de brave man liegt - maar wij kunnen hem dit helaas niet onder den neus wrijven om Pannekoek niet in moeilijkheid te brengen - dan wordt het eerst recht onverdragelijk.

Godverdomme, Jan, ik gaf er wat voor als ik van dit schrijfgezanik af was! We zitten tot October hier vast, maar als we mobieler worden, moet ik er wat anders op vinden. ‘Van de pen leven’ is waanzin. Dat zou nog gaan als ik met Bep alleen was, of nòg liever: heelemaal alleen; maar niet met ons vieren! En wat ik dan wèl moet doen, God weet het Er moet tusschen October en nu een wonder gebeuren; maar ik voel mij katterig worden als ik maar aan deze dingen denk. De grootste idiotie is om te denken dat wij rotschrijverij moeten en kunnen doen, omdat wij wel eens wat goeds schrijven! Neen, daarom zijn wij de laatsten om rotschrijverij te produceeren! Dat is logisch met al de logica van de contrasten.

Ik las Istrati - en al het moois over de Belzen, in hetzelfde nummer.2662 God-god wat een verrottenis staat er toch in zoo'n blad. Met Istrati ben ik het ook eens, maar 's mans theatrale toon bevalt me niets. Ik kan bovendien niet vergeten bij dat gescherm met den dood dat hij via een aangekondigde zelfmoord in de fraaie letteren is ‘geréusseerd’. De tapijtenverkooper is toch nog niet heelemaal van dien meneer afgekrabd, als je het mij vraagt, zelfs niet in het sanatorium.

Hèb je nu Tchtchedrine, of niet? Zooniet, zeg het me dan, dan koop ik het zelf. Ik heb opeens een razende behoefte om dat boek te lezen. Lees jij La Maison Thüringer? Als het erg goed is, waarschuw me dan. Ik lees op het oogenblik, voor Vic, Monfreid (3 dln.)2663 - soms wel aardig, maar er is veel te veel. - Ik schreef gisteren voor Forum een stuk over 2 tooneelstukken2664 die ik hier zag en een ander, grooter, over het boek van prof. Brom over Java. De ‘roman’ gààt nog niet...

Hartelijke groeten, ook van Bep en voor Aty, een hand van je

E.

2662In Les nouvelles littéraires van 8 april 1933 stond het artikel van de Roemeense schrijver Panaït Istrati, voormalig communist, ‘Témoignage sur la liberté. L'homme qui n'adhère à rien.’ Hierin verweerde hij zich uit een sanatorium in Roemenië tegen de beschuldigingen van Madeleine Paz in Le monde van 14 maart als zou hij in La maison Thüringer de werkende klasse hebben verraden; tevens beleed hij zijn individualisme. In hetzelfde nummer stond een stuk van Raymond Herrcman, getiteld ‘Littérature flamande’.
2663In de NRC van 3 mei 1933 (av.) besprak DP van Henry de Monfreid Les secrets de la Mer Rouge en Aventures de mer en in de NRC van 5 mei (av.) La croisière du hachich (Vw 6, p. 82-90).
2664‘Bij een trio toneelprestaties’. In Forum 2 (1933) 6 (juni), p. 478-487 (Vw 2, p. 537-555).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie