|
|
E. du Perron aan J. Greshoff
Bellevue, 17 februari 1933
Bellevue, 17 Febr. (Vrijdag).
Beste Jan, Nauwelijks was je weg of Forum (gebonden) kwam; ik stuurde het je onmiddellijk door. Als je mijn Werther hebben wilt, voor de compleetheid van je Stolsen-collectie, mag je het ook hebben. - Stuur mij dit vers terug voor Annie, die het graag hebben wou; ik schreef het ook gisteren, volgens afspraak. Ik hoop dat je het aardig vindt, Jany zond ik het ook. Dag,
je E.
De prins weergekeerd
(na het rapport van drie professoren inzake het plagiaat van Prof. Colenbrander uit Pirenne, aan het licht gebracht door de professoren Geyl en Van Eyck)
Verschyne ick weer cordaet:
Ghodt sond my, te mistrouwen
Myn prinslyckheid d'Orange
Clonck veer niet nationael,
Van Eyck en Geyl, sans frange,
Spreecken een andre tael!
Maeckten my tot een ander
Dan 'ck emmer was voor Ghodt.
Wat heete ick dan beswaddert
Wen dwaese leughen fladdert
Ghodt self sond my, te spreecken
Myn swyghen selfs te breecken
Vree sy des Colenbranders
Hy die niet loog yet anders
Dan leughen lang-volendt.
Oorlof, myn arme schapen,
Ick laet weer myn verleen
Aen wie hun faem sich schraepen
Daeruyt, de gift is cleen.
Huegt my gheen sterflyck feest,
Drij eewen van vergheeten
Maecken een suyvre Gheest.
Neemt Geyl en Eyck vereenight
Tot pronckhelt van 't festyn,
En d'aer, met smaet gesteenight,
Geeft oock een beecker whyn!
Het sap, oock soo gedroncken,
Smaeckt soet wen tis betaelt,
Wat verder heeft gestoncken,
Vergheet het op de vaelt.
Noot. De 2 allerlaatste regels zijn heel mooi om te zingen, probeer het maar. Strophe 4 heeft 2 varianten, nl. (1) Oorlof, myn simple mackers - Ick styg weer van u heen, - Om Clio's ydle rackers - Soo commert u gheen been; en (2) Oorlof, myn arme schapen, - Ick styg weer van u heen, - Om ses geschied-satrapen - Soo commert u gheen been. - Maar wat ik koos is toch het mooiste, vind je niet?
|
|
|