E. du Perron
aan
S. Vestdijk
Brussel, 28 december 1932
Brussel, Woensdag.
Beste Simon,
Ik heb het pendant ontdekt van je gedicht over de regels van Emily Dickinson, hier is het (van Elisabeth Reitsma):*
En hij, bekoord door al haar zoete woorden,
Schreef haar: ‘uw brieven zijn mij als muziek’...
En hij vermoedde niet, dat zij hem minde
En dat zij hem, den lieven onbekende,
Met innigheid van droomen hield omvangen
En dat geheel haar diepste vrouw-verlangen
Verbloedde in die brieven ‘als muziek’....
- Neen, dat vermoedde hij niet. En dit is een vrouw, die zonder mannenhulp spreekt. En het versje heet: Tragedie.2486
Dag!
Je E.