E. du Perron
aan
S. Vestdijk
Gistoux, 26 augustus 1932
Gistoux, Vrijdagavond.
Beste Simon,
Dank voor je twee brieven; maak je geen zorgen, die zaak regelt zich wel. Je moet Simone absoluut de tanden laten zien, af en toe, of ze wordt onmogelijk, dat kan ik je wel vertellen. Schrijf haar dus kort en krachtig dat jijzelf het onaangenaam vindt om met Gille samen te zijn in de gegeven situatie en dat je liever niet komt als zij hem niet naar mijn moeder stuurt; ik verzeker je dan dat ze bijdraait. Anders voelt ze zich de sterkste. - Ik wil ook best ‘mijn gezag laten gelden’, maar dan moet ik zeggen dat je mij geschreven hebt, en dan geeft dàt misschien weer onaangenaamheden tusschen jullie twee. Maar als je dit niet erg vindt, mij best.
We moeten elkaar ook maar eens spoedig terugzien; - deze correspondentie is inderdaad volmaakt onzuiver, als beeld van onze verhouding! Zeg dus aan S., dat je mij absoluut ontmoeten wilt en schrijf mij wanneer je komt. Ik ben hier tot minstens 10 September.
Simone en mijn moeder schrijven elkaar ‘aardige’ briefjes. Zoo was het altijd! - Ik heb nog steeds medelijden met haar, maar ik verdom het om een herhaling te hebben van haar vorig optreden tegenover mij; die aardigheden moet ze dan maar stop zetten en dat zal ik haar duidelijk vertellen zoodra ik haar weerzie. (Zonder ruzie te maken, overigens.*) - Ik zond je 1 ex. van BG. aan E., met fraaie opdracht; verder schreef ik natuurlijk niets, met deze heen-en-weer trekkerij en al dat gezoek in die warmte. Een en ander bepraten we nog eens gezelliger, als je in Br. bent. Ik zal blij zijn je weer eens te zien.
Hartelijke groeten, ook van Bep die Maandag nr Holland gaat, en
steeds je E.