E. du Perron
aan
H. Marsman
Gistoux, 28 juli 1931
Gistoux, Dinsdag.
Beste Hennie,
Vanmorgen kwam je brief, gelijk met een heerlijk epistel van den secretaris van het P.v.O.-comité, dat ik hierbij insluit (na lezing prullemand ingooien).
Nu snel antwoord.
In principe komt de geschuwde Bouws hier op 8 Augustus, en blijft... een week, zou ik zeggen. Kom dus tegen 15,16 Augustus - jij-zelf had gezegd dat je in de 2e helft wou komen. Maar als de man er dan nog is, wat dan? moet ik hem dan wegjagen? Ik weet niet hoe lang hij denkt te blijven en hoe groot zijn vacantie is. Maar tegen dien tijd waarschuw ik je nog wel; het zal wel losloopen, denkje zelf niet?
Menno komt hier wschl. vóór 8 Aug. nog terug - alleen - om wat te werken. Hoe lang hij blijft weet ik al evenmin. In ieder geval is hier plaats voor jullie, tenzij Slau en Darja komen (omdat dat zoveel eerder is afgesproken). Dat goed?
Natuurlijk wil ik je in ieder geval met Vera helpen!
Van Wessem schreef me ook reeds; is dus niet boos.
Amyntas, geen liefde-voor-het-opstel, maar eenvoudig voor de taal. Niet ieder die goed schrijft, is verliefd op het opstel! Let op de inhoud. Maar Berbke van Erens, hoopen stukken van Schwob, De Bries van Kuyle (met uitzondering misschien van Aquarium) en al dèrgelijke stukken,* zijn omderwille van het opstel geschreven. Er zijn ook ‘slecht geschreven’ opstellen, b.v. Marianne van Jef Last. Mondeling meer hierover.
Als het éenigszins kan, moet je wèl een 3e stuk aan Vera maken, ook zonder Germaine Krull.1924 Maar het is duidelijk dat je daarin geen plezier zult hebben, dan wanneer de vorige deelen verbeterd vóór je liggen. Dan - denk ik - kan je opeens lust krijgen om voort te gaan.
Ik wou dat het wààr was: die overeenkomst van mij met Multatuli!
De stukken over Savinkov en Lawrence zal ik zeker schrijven; maar voor het 1e ontbreekt mij een boek - dat overal voor mij gezocht wordt - n.l. zijn eerste roman, Het Vale Paard. En voor het 2e wacht ik tot de Fransche vertaling van Lady Chatterley's Lover, met voorrede van Malraux, uit is. - Wat Trotsky betreft, dat is een heel ander geval; dat vergt misschien nog wel jàren studie! Ik voel mij daar nog heelemaal niet in.
Het boek van Trotsky over kunst en revolutie1925 bestaat tot dusver alleen in Duitsche vertaling. Vraag dus eens bij een Holl. boekhandel of men het voor je vinden kan; ik zou het zelf ook graag eens inzien. - Boeken zijn hier nog wel, in Gistoux; anders koopen we ze in Brussel.
Ik heb ± 35 blzn. over je vriend Coster klaar. Ik heb den duvel aan dit werk, maar G.v.d.! nu mot het ook! Ik las gisteravond een groot deel van zijn Proza I. Het is een afgrijselijke, larmoyante slapzwans. ‘De Liefde’ - ‘de Redding van de Wereld’ - Hennie, hoe heb jij in je ‘vitalistische’ periode je met dit gemuichel kunnen ophouden? Omdat het zulk ‘schoon proza’ is? die bête herkauwersstijl? dat zware, altijd hijgende, navertellen ook? als die man iets minder verliteratuurd was, genoot hij eigenlijk van de boeken ‘vol edele karakters’ als De Groote Lord en Sorell en Zoon. Zijn smaak voor het ‘demoni-sche’ is aangeleerd. In werkelijkheid is hij doodsbang voor Stafrogin.1926 Enfin... Ik heb hier 19 blzn. ms. klaarliggen over de Marginalia en 13 over Dostojevski. Wie wil ze? - De rest volgt. Men zal mij nu toch zeker niet meer verwijten dat het niet solide is?
Hart. groeten, ook aan Rien, van je
E.