E. du Perron
aan
C. van Wessem

Brussel, 13 en 14 januari 1931

Brussel, Dinsdag.

Beste Constant,

Dank voor de prompte toezending. Mijn stuk is af, moge vriend N. er eenig plezier aan beleven! Verder ben je in de Groene aangevallen door Helman,1454 ook daarop (op het vitterige althans van den aanval) heb ik geantwoord. Mijn stuk gaat morgen naar Kramers; mòcht hij het niet willen hebben (je kan nooit weten), dan zal hij het jou sturen, ik denk dat èn Marsman èn jij er in dit geval veel voor zullen voelen, en de Vr. Bladen lijken mij nu juist, in dit geval, béter dan D.G.W. Daar raakt het N. meer, zou ik zeggen; daar is het ook meer een ‘antwoord van de jongeren’; wat het in hoofdzaak is.

Ingesloten 2 blzn. terug. Het stukje over Marsman heb ik après tout niet noodig gehad. Wil je mij nu eens schrijven wat je met mijn cahier-notities denkt te doen; en ook je opmerkingen. Als het niet geschikt is voor de Vr. Bl., zend alles dan zoo spoedig mogelijk terug; anders vraag ik voor deze rubriek een inleidend woordje van de redactie.

Tot spoedig. Met hart. gr. je

EdP.

Woensdag.

Gisteren dezen brief niet kunnen verzenden; daarentegen mijn 2e bundel ‘kritieken’ doorgestoomd voor Stols, die mij verwijt dat ik zoveel auteurs-correcties aanbreng op zijn drukproeven. - Ik heb mij nu bedacht, open dezen brief weer, en haal er één blaadje uit. Wil jij mij nu omgaand zenden het heele eerste deel van mijn ‘journaal’, d.w.z. het naschrift van ‘Slauerhoff; de groote brief die daarop volgt, en de aanteekeningen over Greshoff, Binnendijk en Van den Bergh (die tòch niet in de Vrije Bl. zullen komen!) Van het laatste stuk heb ik de laatste blz. hier.

Met de eene blz. die ik je hieringesloten zend, heb je dus de complete ‘rest’. Als je tot afdrukken mocht overgaan, doe het dan zoo: vóórop het stuk over Malraux, dan dat over Sade, meen ik, als hfdst. 2.; of is het Walschap? - het stuk over Stendhal-Marsman dat in de copy vóór Malraux staat, zou moeten komen na Sade; - d.w.z. tusschen mijn citaat uit Eugénie de Franval en mijn citaat uit Brigadier Gerard. - Maar als er niets mee te beginnen is vanuit jullie standpunt bekeken, zend de heeleboel dan maar ineens terug.

Nogmaals de groeten van je

E.

Dus, als het wèl gaat, denk er om, déze volgorde: Malraux - Walschap - Sade - Marsman-Stendhal - Brigadier Gerard.1455 - Vind-je dat geen aardige potpourri? en hoezeer ‘in het teeken’ van het nieuwe proza!

1454In ‘Het nationaal gevoel en de kunst’ reageerde DP, behalve op Nijhoff, ook op Albert Heimans opmerkingen over de ‘Bijleveld-bundel’ in ‘Waar is de verteller?’ in De Groene van 3 januari 1931 (zie Vw 2, p. 268-274).
1455Inderdaad is dit de volgorde in Tegenonderzoek, p. 35-47 (Vw 2, p. 231-239).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie