E. du Perron
aan
H. Mayer

Brussel, 5 januari 1931

Brussel, Maandag.

Beste Henri,

Het volgende strict vertrouwelijk.

Ik verkeer in zeer vervelende omstandigheden (pecuniair), en wil vooral niets meer aan mijn moeder vragen. Gedurende eenigen tijd (een jaar of anderhalf) zal ik wschl. geen boeken meer kunnen koopen, of hoogstens af en toe een heel enkel boek (een opiumschuiver kan ook niet inééns van alles gespeend worden). Het afbetalen van alle boekenrekeningen was voor deze ‘nieuwe houding’ een eerste vereischte, en dat heb ik dan ook gedaan, - zoowel in Holland als hier; maar nu sta ik er dan ook zóó voor, dat iedere 100 frs. beiges mij welkom zijn. Aan den anderen kant wil ik volstrekt geen geld leenen - want ook voor de volgende maanden is alles streng uitgemikt; hoofdzaak is dat ik deze maand doorvecht. Ik zend je daarom mijn 3 dln. Walter Pater. Zie wat je me daarvoor geven kunt (hoe meer hoe liever in dit geval) en zend me dat geld dan liefst omgaand; - het beste is in een gewone aanget. brief, die worden hier thuis bezorgd. Ik heb ook nog te koop: een Don Quichotte van La Cité des Livres (vert. Jean Babelon, 4 dln.); kan je die misschien ook koopen? De prijs bij verschijning was 60 ffr. = fl.6 per deel; alleen het eerste deel is opengesneden, maar in perfecten staat. Als de prijs die je me ervoor geven kunt, maar eenigszins aannemelijk is, stuur ik je die boeken ook. Schrijf me hier dus even over.

Met hartelijke groeten, steeds je

Eddy

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie