E. du Perron
aan
J. Greshoff

Brussel, eind oktober 1930

Beste Jan,

Hierbij het vertaalde stuk van Pia,1334 mèt de ongepermitteerde woorden.1335 Ik weet het niet, maar ik vind dat die woorden niets erger zijn dan de rest. Alléén het allusietje: ‘uit vrees van den heer Claudel te mishagen’ - aan het eind is misschien onverantwoord. Maar gegeven de portée van het stuk, die ook zonder die tusschenzinnen volmaakt dezelfde blijft, d.w.z. even ‘èrg’ voor de menschen (en koopers) van het andere standpunt, zie ik niet goed in waarom ‘le biennommé’ (heel onschuldige grap) en de ‘révérende mère Ubu’ (ièts minder onschuldige grap) er absoluut uit moeten. Enfin, de zaak gaat mij niet aan; en après tout hoop ik dat Pia Sander ‘begrijpt’. Anders is dit stuk voor ons tenminste gered!

Doe er nu het vers van Slau achter.

Geen handteekening. De cursieve stukjes zijn z.g. van de redactie; gegeven Wijnand's stuk1336 over zekere kasplanten zal dat niemand verwonderen. Anders mogen ze gerust geschrapt en door iets anders worden vervangen.

Op de inhoudsopgave: Het Geval Rimbaud (door Pascal Pia en J. Slauerhoff). Grappig deze samenwerking!

Tot ziens.

je E

Ook het onvertaalde stuk doe ik erbij. Mijn brochure gaat naar Breuer (± 750 frs. goedkooper, misschien méér!)

1334DGW van november 1930 bevatte onder de titel ‘Het geval Rimbaud. Twee dichters over dit dichterlijk genie’ een vermoedelijk door DP vertaalde aanval van Pascal Pia op Franse biografen die van Rimbaud een soort heilige trachtten te maken; met daarbij het vers ‘Aan Arthur Rimbaud’ van Slauerhoff. In een toelichting wordt gezegd dat Pia's stuk de inleiding is van een te verschijnen luxe-uitgave van Rimbauds volledige werk (die in 1931 bij Stols zou verschijnen) en dat het toen onuitgegeven vers van Slauerhoff aan Pia's getuigenis was gekoppeld omdat het er ‘natuurlijkerwijs’ bij paste.
1335De opmerking over Claudel komt in de gepubliceerde vertaling niet voor. Wel wordt de Rimbaud-commentator Paterne Berrichon erin aangeduid als ‘den wèlgenaamde’ en Rimbauds zuster Isabelle met een toespeling op Jarry's toneelstuk Ubu Roi als ‘goede eerwaarde Moeder Ubu’.
1336W.A. Kramers (onder het pseudoniem R. Everts, ‘Christelijke kasplanten’, in DGW van oktober 1930) dreef de spot met een prijs, uitgeloofd voor het ‘samenstellen van een Christelijken roman’; de termijn van inzending was met een jaar verlengd omdat de jury niets had kunnen bekronen.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie