E. du Perron
aan
J. Greshoff

Brussel, 13 oktober 1930

Bruxelles1285, deze Maandag.

Beste Jan,

Dank voor de Holl. Revue. De copy van Vic1286 heeft geen haast; die komt pas in laatste instantie, laat hem nog maar een jaar of twee voortgaan met kritieken schrijven voor de N.R.C.! (Er is nog làng niet genoeg.) Ik ben verkouden als een snip en heb de chauffeur op Breuer afgezonden, om je kopy te halen; als het hem lukt, begin ik er straks aan. Kan je mij nu 1 ex. van Currente Calamo bezorgen? (liefst een dat ik meteen houden kan). - Ik had nu ook graag 1 ex. van je Latijnsche Lente, van je Mengelstoffen en zoo mogelijk van Une Saison en Enfer. Maar hoe komen we daaraan? - Verder ben ik reeds begonnen met mijn stuk over jou,1287 waarmee ik dan maar de Cahiers zal afsluiten, als het goed wordt. Weet je dat je me nog een vers schuldig bent: dat van ‘Sara Malcolm, enz.’ Wanneer krijg ik dat?

Ten slotte: heb je nu de drukproef van je interview1288 voor de Holl. Revue gekregen? Koning beloofde mij het joù te zullen sturen. Of is het óók al verschenen?

Dank voor het nr. van 15 Sept.; - O, ik dankte je reeds. Zend mij wat boeken van jou, uit den ouden tijd, zend maar alles wat je kan - dat inspireert altijd! Je

E.

1285Voorgedrukt.
1286De uit te geven verzamelde kritieken van Van Vriesland.
1287Onder de datum 14 oktober 1930 noteerde DP in zijn Cahiers dat hij de in 1928 door hem verzorgde bloemlezing van Greshoffs verzen nog wel eens zou willen uitbreiden en dat hij had beloofd er dan een voorrede bij te zullen schrijven. Hij knoopte er een beschouwing over persoon en werk van Greshoff aan vast en zei aan het slot het gevoel te hebben dat hiermee die voorrede klaar was (Vw 2, p. 224-231).
1288Niet achterhaald. In De Hollandsche revue is geen interview met of van Greshoff verschenen.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie