E. du Perron
aan
V.E. van Vriesland

Gistoux, 26 mei 1930

Gistoux, Maandagmiddag.

Beste Vic,

Je krijgt wéér snel antwoord - maar àlwéér: schrik niet! en aangezien ik ditmaal met de antwoorden kom, mogen de duplieken gevoeglijk voor onbepaalden tijd uitblijven. Ook zonder schade voor je conscientie.

1. Wat ik denk van je art. over Urbave, (deel I), weet je. Ik kijk met spanning uit naar deel II en zal Willink vragen het mij te bezorgen.
2. Stuk Helman over 5 vingers zond je niet. Maar ik schreef er nu om aan Van Dam.
3. Dank-dank-dank voor je ver- en be-zorging van Reinald.1150
4. Rijmprent. Ik zit Willink achterna.
5. Archipel schijnt nog niet klaar te zijn! Jacques beklaagt zich over het ontbreken van Grafschrift van Nôfrit. Ik herinner mij dien Nôfrit niet, maar heb J. gevraagd mij de copy te zenden: event. laat ik dan dat gedicht, alleen of nog met een paar andere, op losse blaadjes drukken, die in den bundel kunnen worden gelegd (geplakt, gebonden).
6. Over Voorw. Uitzicht: tot later dus. Die herdruk kòmt wel! - O ja, dit toch nog: zou je die hoofdletters aan het begin van de regels niet in kleine letters omzetten, zooals zelfs Jany doet? Bij jou zou dat beter zijn, omdat je van die gekke dingen schrijft als:
 
‘Naar doods open ge-
 
heimenis’
 
........................
 
‘Wel gebroken uit-
 
zonderlijk’; etc.
Waarom dan ook maar niet overal?
7. Ik wacht met ongeduld op het nr. Vr. Bl., om je 3 verzen en om te zien hoe de zakdoeken-uitdeeler1151 met jouw oeuvre is omgesprongen.
8. Misschien staat: ‘Poe est le seul artiste qui ne s'est jamais trompé’ dan in V.'s stuk over Eureka?
9. Ik kijk niet in/naar die romans de cape et d'épée met ironisch genoegen! Ik ga er in òp - als het ding een beetje vlot is: als in de Mousquetaires, Le Bossu en de Amerik. film Scaramouche. Dit is nu mijn kinderlijke kant. - Neen, Charlot zag ik van àlle kanten!
10. Ik ben blij dat jij Parlando onder handen gaat nemen. Men wordt wel eens moe van het lezen van bête beoordeelingen van oneself.
11. Titel voor Reinald geef ik je nog wel op*
12. Ja, Maurois heeft me weer tot Byron teruggebracht. Zijn boek is zéér leesbaar, ik raad het je sterk aan.1152 Ik heb voor Stols een bloemlezing gemaakt uit de shorter poems van Byron (45 gedichten, waaronder vele lieve en eenige werkelijk-mooie.)
13. Exaltatiën moet je heùsch onder handen nemen. Niet te lang ermee wachten! (ook voor Stols). Die in Afscheid overgenomen stukken - of zinnen - zou ik in jouw plaats wel vervangen, of anders gewoon er uit laten.1153 Neen, ik heb niets, nòch tegen Jood bij Zon-nebloemen (waarvan de titel al zoo aardig is), noch tegen iets anders uit de collectie; en ik zou je zéker aanraden alles te dateeren. Het zou mij spijten als je dit boekje wegmoffelde; laat de stijl je onverdeelde goedkeuring niet meer hebben, de atmosfeer van het geheel is dikwijls zeer goed. Voor mij iets als Van Oudshoorn, maar dichterlijker, en onburgerlijk. Ik sprak je al van ‘Nerval’.*
Als je je ertoe zèt, maak je den bundel in 2 avonden klaar. (En de rest event, op de drukproeven.)
14. Kritieken, is een andere kwestie. Hier kan ik veel van je bezwaren begrijpen - en van den uitgever ook. Het beste is misschien dat je nog een paar jaar wacht, om dan, in één bundel, je kritieken over poëzie in de N.R.C. te geven met - in een eerste onderafdeeling - wat jou nog waardevol lijkt uit deze oude partij. - Het stuk over Dèr Mouw zou ik terug moeten hebben om je de zinnen aan te wijzen die voor mij die populaire toon hadden. Maar is het de moeite? - Canter's afslachting zou ik zeer ongaarne missen. Zooals ik al zei: de man is niet alleen in zijn soort; en het soort is alleen gevoelig voor klappen.1154
15. Een Voorbereiding. Ik sluit hierin een soort nawoord dat ik voor de 2e druk schreef.1155 Stuur het mij spoedig terug. - Stuur mij het b.v. samen met mijn 2 brieven over Valéry-Mallarmé-Stendhal, als je die interessant vindt. Ik kan die misschien gebruiken voor een stukje in mijn cahiers.1156 Het ‘persoonlijk’ gedeelte daarvan is erg verwaarloosd, en voor de eenheid van het geheel zouden er aan het eind ook nog eenige intiemere annotaties moeten staan. Je krijgt de oorspr. tekst natuurlijk terug. Zend mij dus omgaand - desnoods zonder geleidebriefje - die 2 brieven en het hierbijgaande nawoord weerom.
16. Dat interview. Inderdaad, is een beetje een roddelséance geworden. En jij kent nu mijn leitmotieven. Dat ik niet over mijn eigen werk wilde spreken, is niet te wijten aan bescheidenheid - die deugd die ik in zoo geringe mate maar bezit - maar aan afkeer om mijn ei-gen werk uit te leggen aan de idioten die nu eenmaal veroordeeld zijn het nooit te ‘vatten’. En daarbij misschien een zekere schroom om dit gedeelte van mijn ontboezemingen door interviewershanden misvormd te zien (want al mag je later den tekst omwerken, de grondtekst bestaat, en je wilt de gevoelens van een zoo braaf man als P.1157 toch ook weer sparen.)
17. Niet een keuze uit de poëzie van Nerval, maar zijn complete poëzie - het is al zoo weinig, en waar het heel zwak is, toch nog hèèl beminnelijk! - heb ik voor Stols persklaar gemaakt. Dat verschijnt dus; wschl. met een jeugdportret van Nerval door J. Buckland Wright. Eind van dit jaar, denk ik; St. is traag.1158
Ik heb nu, meen ik, op alles geantwoord en je niet opgeschrikt door te veel vragen. Take your time. Wil je mijn groeten doen aan je vriendin, aan wier rustige intelligentie ik met genoegen terugdenk - nog steeds vooral in contrast met die nerveus-geniale, maar o zoo leege - ik bedoel: platte - (en alles physiek!) - witte blouse, aan dat tafeltje in de ‘Amerikaan’.1159 En de vriendenpoot van je

Ed.

P.S. - Heb je eig. wel de goede, d.w.z. grootere, uitgave van Slau's Fleurs de Marécage? die waarin o.a. die prachtige Sérénade de Retour voorkomt? Zooniet, zeg het me dan ook even; ik heb hier nog één ex. voor je. (Ik bedoel dus niet de uitg. van Stols.)

1150DP's verhaal over Reinald Godius zou in GN verschijnen, wat echter pas in mei 1938 gebeurd is.
1151Binnendijk. Zie DP in 's-Gravesande's interview (Vw 2, p. 194-195).
*Of zet er zelf wat boven!
1152Die zuster Augusta was gewoon een schat!
1153Dik wijls gaat dat héél best; met schrappen alleen.
*In den vorm soms ook wel iets van ‘Frank Rozelaar’, maar wat doet dat er toe? de persoonlijkheid is dan toch weer geheel anders. En het is toch jeugdwerk?
1154En dan is er nog mijn soort, dat geniet van het zien toedienen van die klappen. Dus...
1155Opgenomen in de verantwoording van Vw 1, p. 596-97. De tweede druk verscheen in 1931.
1156Zie Vw 2, p. 207-211.
1157Pannekoek 's-Gravesande.
1158Deze uitgave werd pas in 1939 in Indonesië door DP gerealiseerd (in eigen beheer).
1159Charlotte Köhler.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie