E. du Perron
aan
J. van Nijlen
Gistoux, 24 mei’1930
Gistoux, Zaterdag.
Beste Jan,
Gisteren zond ik je Schuim en Asch, dat Jan Gr. je alreeds eerder aangekondigd zal hebben. Het eenige wat je nu nog ontbreekt van Sl. is Eldorado (zijn beste bundel).* Jan zou probeeren die voor je te krijgen van Van Dishoeck. Anders maar koopen, door bemiddeling van Sander bijv. Of - wacht: ik zal Sl. vragen of hij nog een ex. heeft.
Ingesloten een briefk. van Jacques waarin - voor zoover ik het ontcijferen kan - geïnformeerd wordt naar die nieuwe Gezelle-uitgave. Wil jij hem daarover inlichten? Ik weet er niets van.
Tot Zaterdag a.s.! Ik verheug mij erg op de komende gezelligheid. Overigens heb ik weer een beetje spanning in mijn leventje gebracht, door Strubbe (van La Sapinière) op het postkantoor op zijn gore smoelement te trommelen; de man hing me al lang de keel uit. Bijgevolg moet ik eerstdaags weer voor de rechters worden gesleept.
Overigens geen nieuws. Tot ziens! De hartelijke groeten thuis + een poot van je
Ed.
Ik antwoord Jac. op deze briefk. niet meer. Leg jij hem dus uit waarom ik jou dezelve zond.