E. du Perron
aan
C.J. Kelk

Gistoux, 12 mei 1930

Gistoux, Maandag.

Beste Cornelis,

Je idee om het bundeltje1124 in drie of vier afdeelinkjes te splitsen, zonder titels boven de versjes zelf, is wschl. beter dan het mijne. Jammer alleen dat dat eene ding nu niet meer Apocalyps kan heeten; dat was de titel ervoor! - Maak ook geen titels als: Wolken-witte liedjes, smeek ik je! De titel is het laatste cachet op een vers; zooiets als de manchetten van een gentleman....

Heb je Donker's lolligheden1125 gelezen in het laatste Cr. Bulletin?

Het is toch een goeie loel; hij denkt alleen verkeerd, als hij denkt dat hij dat óók kan!

Lees jij maar ferm over mij voor de radio (ik veronderstel dat het groepje letters daarop neerkomt). Maar of Ritter zoo grif ja zal zeggen, benieuwt mij. Het voornaamste vind ik dat je ‘studie’ tot radiolezing, misschien je stuk in V. Bl. over mij weer wat op weg helpt.1126

Slau's boosheid zal wel luwen. Hij moest je hierin toch beter dan ieder ander begrijpen!

Gelijk hiermee zend ik je intusschen Archipel. Maar de snoodaard heeft nog vele andere heerlijkheden te vergeven, als daar zijn: Saturnus, Serenade, Schuim en Asch... Maar denk er om: Archipel is ‘geheim’.

Komen de liedjes van Pierrot bij jou in één afdeeling? - Zou je niet voor de andere afdeelingen wat verzen er bij schrijven? Werk flink aan de samenstelling van dat bundeltje; ik verheug mij zeer op het resultaat.

Met hartelijke groeten, immer je

Charles-Edgar du Perron de Gistoux.

P.S. - Ik ben niet zoo ‘behoudend’ geweest als je wel denkt, want ik supprimeerde wel degelijk 3 of 4 fragmenten - waar niets mee te doen was. ‘Rij zwaarden tot bogen’ en zoo. Toch waren die fragmentjes op zichzelf ook niet te versmaden. Kijk ze eens na - en maak die gedichtjes bijv. af. Het fragment wat ik hierboven aangeef, zou dan bijv. kunnen staan bij De Dansers (uit Lampions).

Enfin - nogmaals - ik ben zeer benieuwd.

P.P.S. - Wat denk je ervan event, die krabbel van jou uit Erts I in het boekje te laten drukken? Maar dat cliché is wat klein; er zou een iets grooter cliché van moeten worden gemaakt.

1124Spelevaart.
1125‘Kritici in het koffijhuis’, in CB (mei 1930), een satirisch stuk over de Nederlandse literatuurkritiek: weergave van een gesprek tussen de critici A, B, C en D in hun stamcafé (vgl. Greshoffs onder het pseudoniem Otto P. Reys gepubliceerde boekje Dichters in het koffij-huis).
1126Behalve zijn radiolezing (van 20 juli 1930, gepubliceerd in het oktobernummer) heeft Kelk geen artikel over DP in DVB gepubliceerd.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie