E. du Perron
aan
G.H. 's-Gravesande

Gistoux, 12 mei 1930

Gistoux, Maandag.

Geachte Heer 's Gravezande,

Het verwondert mij dat Slauerhoff tegen de Raaf1121 is uitgekomen: het is heusch geen tegenstander. De bewonderingen van den goeden man - voor zoover niet door de traditie voorgeschreven - doen hem nog beter dan zijn afkeer(en) kennen.

Ik zal Sl. eens vragen of hij wat voor een interview voelt; maar ik vrees van niet. Met Roland Holst hoef ik het niet te probeeren; die stelt er een soort eer in buiten alle literatuur-politiek te staan; en dit heeft hij mij meermalen te kennen gegeven. Evenzoo Nijhoff, die, in dit geval, de voetsporen van Holst drukt. Met Slauerhoff staat de zaak wel wat anders, en bestaat er een kleine kans. Nous verrons.

Borel over Parlando1122 zal wel savoureus zijn. Maar over een tijdje leest u misschien, naar aanleiding van de 2 Chineesche bundeltjes van Slauerhoff, mij over Borel.1123

Voilà pour le moment. Met hartelijke groeten, steeds gaarne uw

EduPerron

1121Niet achterhaald.
1122‘Twee nieuwe bundels gedichten’, in Het vaderland van 27 juli 1930.
1123DP leverde felle kritiek op Borel in zijn ‘Gesprek over Slauerhoff, waarin o.m. Yoeng Poe Tsjoeng en Het lente-eiland ter sprake komen (Vw 2, p. 256).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie