E. du Perron
aan
V.E. van Vriesland

Gistoux, 10 april 1930

Gistoux, Donderd.

Beste Vic, Zoonet kwam je brief, zoodat je op mijn eerste vraag van gisteren niet meer hoeft te antwoorden. - Je sonnet lijkt mij zeer goed zoo. - Tòch mooi resultaat bij de N.R.C.; je moet van déze Pactolus niet te veel gouden golven verwachten! - Je brief zend ik gelijk hiermee door aan Stols; hij zal je zelf eerstdaags dus wel schrijven. - Ik vroeg je reeds mij de Groene te zenden. ‘Amsterdamsche Boheme’ is misschien beter dan zonder die e, maar kan je niet een nòg beteren titel vinden? Ik voor mij vind b.v. ‘Bohème d'Amsterdam’ al aardiger, jammer dat het Fransch is (op zichzelf overigens geen bezwaar - maar misschien voor een rijmprent - bestemd tot versiering van de meest vaderlandsche corridors?) Ik zou maar eens heel iets anders bedenken, of vinden als je den proef vóór je hebt. Natuurlijk ontvang je èn proef èn teekening. - Voilà pour l'instant; later meer. Ik kreeg een verzoek om een boekje te bespreken voor Het Vaderland: Problemen der Poëzie van Dr. de Raaf. Wat is dat voor moois? ‘Net iets voor u’ schrijft de meneer van het verzoek. Nu, tot nader. Steeds je

Ed

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie