E. du Perron
aan
W.A. Kramers

Amsterdam, 21 februari 1930

Amsterdam, Vrijdag 1 uur.

Beste Wynand,

Vanmorgen kwam je brief en zooeven je telegram. Tot Woensdag dus.

Kan je voor mij meenemen: alle bundeltjes verzen - dus vier in 't geheel, als ik mij niet vergis - van Buning; die je natuurlijk alle bezit? De kwestie is dat ze mij te duur zijn om alle te koopen, en dat ik den inhoud ervan ook zéér ongelijk vind. Ik wilde nu de goede - voor mijn gevoel goede, laat ons voorzichtig zijn! - overschrijven en misschien bij Breuer laten drukken in enkele exemplaren. (Ik zal B. nog wel eens ontmoeten en hem toestemming daarvoor vragen.*)

Je krijgt de boekjes keurig verpakt en onbeduimeld terug en ik denk ze hoogstens een week te houden. Doe mij dus dit plezier.

Iets geheel anders. Kan je je ‘Strontheid’,903 zooals Jan zegt, niet aan het verstand brengen dat het een uitstekende reclame voor D.G.W. zou zijn, indien één exemplaar van dat blad gratis verstrekt werd voor de leestafel van de Américain? Dat de knoedel dat zelf niet inziet! Iedereen kijkt er De Groene in en NIEMAND ziet ergens D.G.W. Noch in kiosken, noch in boekhandels is dat blad te krijgen. Het is dun.

Tot ziens dus en steeds je

Eddy.

*En het anders daarzonder doen: desnoods in één exemplaar!
903De firma A.J.G. Strengholt, uitgever van DGW.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie