E. du Perron
aan
W.A. Kramers
Amsterdam, 30 januari 1930
Amsterdam, Donderdag.
Beste Wynand,
Maak je niet verder ‘bezorgd’, het bewijs-nommer is behouden aangeland. Ik heb nu alleen maar een verzoek aan jou, n.l. mij zoo spoedig mogelijk de drukproeven te doen toekomen van mijn stuk over Gide - waarin ik één stukje wilde herschrijven, en eenige details wijzigen. Wschl. heb ik een tweede proef noodig, daarna.
Ik zie Jan Zaterdag, d.w.z. overmogen. Kom jij niet mee? Naar hij schreef, zouden Stols en Maurice Roelants er misschien ook zijn, dat zou een délicieuze réunie kunnen worden, zoo allemaal knus in Américain. Alleen Jèn Doolert zou ontbreken, of zou hij dan óók plotseling als een wervelwind komen opdagen, om het heele troepje een verzoling toe te dienen?
Blijstra - die op dit oogenblik hier binnenkomt - klaagt over niet-betaling, d.w.z. ‘constateert’ niet-betaling van de twee stukjes die tot dusver van zijn hand in D.G.W. verschenen zijn. Krijgt hij daar nog wat voor? hij kan het best gebruiken. Naar hij mij meedeelt, heeft hij jou een artikel gezonden over Bij Gebrek aan Ernst en is hij op het oogenblik bezig - (aangezien je hem tot de uitsl. Amerik. letteren teruggewezen hebt) aan een stukkie over Manhattan-Transfer, van John Dos Passos. Zijn artikel over Morgenstern879 vond ik wat èrg droog, maar hij heeft mij gezegd dat hij probeeren zou daar verandering in te brengen. (Het is een.... ‘typische’ kerel. Als je eens hier komt, om met mij ‘de kruik te deelen’, zou hij graag kennis met je maken.)
Ik denk er hard over De Cahiers v/e Lezer uit te geven bij Stols, in twee reeksen, - en natuurlijk hier en daar wat ‘omgewerkt’.
Kan ik hier den een of ander misschien vragen om copy voor je D.G.W.? Ik zie Kelk nog al dikwijls, maar hij schrijft spaarzaam. Hij drinkt daarentegen met ijver. Verder heb ik den heer Van Wessem ontmoet, die ongeveer schrijft zooals hij er uitziet: hij heeft een halve gezichtsverlamming. Ook een beste vent.
Hierbij zal ik het maar laten. Hart. groeten van
je EdP.
Ik had je nog iets te zeggen, maar ben het kwijt geraakt.