E. du Perron
aan
A.C. Willink

Brussel, 13 februari 1929

Brussel, 13.2.29.

Beste Willink,

Dank voor je gezellig schrijven. Natuurlijk wil ik best dat briefje aan Blijstra schrijven als het je amuseeren kan; alleen: de grap lijkt mij lang niet zoo aardig als wanneer jij juist voorgaf het portret van dien schrijver Maurits te willen schilderen - of voor het minst teekenen, en dusdoende in nauwer aanraking met hem kwam, en natuurlijk ook met zijn concubine. Je bewondering voor 's mans schrijverij zou je op delicate wijze aan de concubine in kwestie moeten toevertrouwen. Probeer het eens, het is voor jezelf veel vermakelijker, als je maar niet tè ernstig verliefd wordt gedurende comedia.

Malraux heeft hier een lezing gehouden en daarna ben ik met hem in Amsterdam geweest, maar niet langer dan één avond, den volgenden dag zijn wij beiden met koorts en keelpijn (d.i. met een solide, Hollandsche griep) naar huis teruggespoord. Ik had je anders natuurlijk opgezocht, vooral in het atelier. Ik heb je van hier veel te vertellen (weet je ook dat ik nog in Italië geweest ben, tusschen verdomd veel sneeuw?) - maar je moet maar wachten tot je in Gistoux bent. Half Maart gaan wij erheen; vanaf eind Maart, begin April ben je dus welkom. Neem je verfdoos mee om te schilderen; een doek en zoo vinden we wel in Brussel; neem ook mijn portret mee terug en misschien eenige andere doeken? Alleen, ik lig zoo'n beetje overhoop met de heeren van L'Epoque en Le Centaure, vnl. vanwege dat artikel over de surrealisten (in D.G.W. stonden alle smoelementen erbij: Péret en Desnos waren overheerlijk!)

Ja, dat boekje van Roelants512 vind ik ook niet erg genietbaar, en waarom die man moet jazzen? Het is mij ook te mooierig opgeteekend en beredeneerd. Komen en Gaan was oneindig beter, al zou jij daar misschien ook niet erg voor voelen (of hèb je't gelezen?) Ik verwachtte van Roelants veel meer na dien eersten roman; maar 't kan nog komen!

Heb je Erts 3 al ergens ontmoet? Het omslag is ontzettend geslaagd, de bijdragen zijn ook weer hartverheffend (b.v. het fragment van den roman van Jo de Wit,513 en zoo meer). Je moet die Maurits aansporen om aan Erts mee te doen; dat kan best, want al zou hij een vrij oude zaadzak zijn, men kijkt voor Erts naar den datum van de eerste publicatie. De vraag is dus: wanneer verscheen zijn eerste boek.* Ik ben de titels van zijn werken alweer vergeten, was er niet één bij dat 'n Mensch heette514 (met n-apostrophe)? ‘'k Zou meenen, dat mot wel van 'n gevoeld realisme zijn’. Onderwijzeressen en verpleegsters schrijven dikwijls: 'k en 'n; dat vinden zij lichtvoetiger en ook meer bescheiden.

Het vriest hier ook gemeen.

Simone zendt je haar mooiste groeten.

Groeten ook aan Mies als jullie in vrede verkeeren.

Schrijf me wanneer je komen kan en geloof me als steeds

je EduP.

Met den roman gaat het beroerd.

512De jazzspeler. Zie ook Vw 2, p. 197-198.
513Een kort leven.
*D.i. vóór of na Ten Kate, of zoo iemand.
514De titel van deze roman uit 1927 luidt inderdaad 'n Mensch.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie