E. du Perron
aan
A.C. Willink

Brussel, 10 december 1927

Brussel, 10 Dec. '27.

Beste Willink,

Een snel antwoord op je brief.

Laat de heele zaak v/d 11000 lullen vooreerst maar varen. Ik ontvang (geen 20 minuten geleden) een jammerbrief van Pia. Alles gaat beroerd! Hij denkt voorloopig niet aan de 11.000 verges. Je kunt me beter de tekst terugsturen.

Over de teekeningen heb ik nog niet geschreven, ik bedoel aan V. Ostaijen, maar hij gaat zeker wel accoord. Hierover dus nader. De boel gaat niet ter perse vóór Januari en de eerste teekening heb ik hier.

Een beter bericht. Stols loopt den laatsten tijd erg warm: ik heb hem een uitstekend idee aan de hand gedaan voor zijn fransche uitgaven: hij wou me directeur maken van een bepaalde serie! (ik ben ervan geschrokken), hij gaat een lang artikel over me zetten in den Gulden Winckel, misschien gaat-i me volgend jaar uitgeven, bref, het is prachtig. Ik heb van deze goede disposities geprofiteerd door hem te laten beloven jou werk te bezorgen. Hij heeft je adres genoteerd; licht vraagt hij je binnenkort iets: een portret van Malherbe of zoo. Ik heb gezegd dat je verdomd goed gedocumenteerd bent, allerlei portretten hebt, enz. en dat je speciaal vergeild bent op 17e eeuwers met snorren en baarden. Al wat je noodig hebt bezorg ik je, als het zoover is; je zegt maar altijd dat je bent voorzien.252

Ander iets. Hij geeft een serie ‘rijmprenten’ uit: no 1 is verschenen (houtsnede van...?) gedicht van Greshoff; no 2 is......? gedicht van Timmermans; nu wil Stols een rijmprent van ons = houtsnede van jou, gedicht van mij. Begin maar vast. Snijd maar wat je wilt; mijn gedicht pas ik dan wel aan. - Maar ik vergeet dat je altijd scharrelt met maten en dikten. Ik zal dus de 1e rijmprent vragen en je die opsturen.253

Beterschap met Mies! (Ik schrijf je anders ook uit bed, en ook met keelpijn.)

Hartelijke groeten; steeds je

EdP.

Ik woon 13 rue Lesbroussart.

P.S. - Poging tot Afstand zal nog wel komen. Ik vertrouwde het pak toe aan Henri, die natuurlijk weer het noodige heeft ‘gewacht’ met verzenden.

De circulaire van V.O., is wat de commerciëele vormen aangaat, nog verre van volledig.

252Noch van het artikel in DGW noch van de opdracht aan W. is het gekomen.
253De eerste drie rijmprenten waren: 1. De vaders: gedicht van J. Greshoff, houtsnede van J. Franken Pzn. 2. Sonnet van burgerdeugd. 3. Kerstliedeken: Middeleeuws gedicht en tekening van Felix Timmermans.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie