4328 (3486a). Aan S. Koperberg: Batavia, 2 juli 1938

Bat., 2 Juli 1938.

Geachte Heer Koperberg,

Indertijd zei u mij dat ik u om nummers van Djåwå mocht

[p. 403]
vragen, wanneer er iets was waar ik op gesteld zou zijn. Als u daarbij blijft, zou u mij een groot genoegen kunnen doen met het nr. waarin Pigeaud schrijft over den Baron Sakèndèr: ‘Alexander, Sakèndèr en Sénapati’ - ik meen in 1927 (het nr. heb ik nu niet hier).943 Verder met het nr. waarin Stutterheim het heeft over Pandjiverhalen (dit is veel recenter).944 Overdrukken zijn natuurlijk ook best.

Wij blijven hier tot 15 Juli a.s. Daarna gaan wij hoogstwschl. een maand naar Mr. Cornelis, daarna naar Buitenzorg of Bandoeng, dat is nog onbekend. Eind van het jaar terug naar Europa, tenzij ik hier nog iets vind.

Zie ik u nog als u weer in Batavia komt?

Met vriendelijke groeten uw dw.

EduPerron

Ik stuur u binnenkort mijn Multatuli, tweede Pleidooi, dat nu ter perse is. Ze beginnen eerstdaags met afdrukken, meen ik.

943Th. Pigeaud, ‘Alexander, Sakèndèr en Sénapati’ in Djåwå 7 (1927), p. 321-361.
944W.F. Stutterheim, ‘Enkele interessante reliëfs van Oost-Java’ in Djåwå 15 (1935), p. 130-144. Stutterheim besprak vondsten van o.m. enkele Pandji-beelden en Pandji-reliëfs, maar geen Pandji-verhalen.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie