4329 (3492a). Aan S. Koperberg: Meester Cornelis, 20 juli 1938

Mr. Cornelis, 20 Juli '38.

Geachte Heer Koperberg,

Veel dank voor de gezonden overdrukken. Hoe grappig, overigens, dat u die nog had, - en zelfs van dat oude artikel van Pigeaud! Ik heb ze liever zoo dan in de tijdschriftnummers. Iets anders is, dat ik u een artikel van Stutterheim vroeg met Pandji-beelden erin en dat u mij iets stuurde met Bhima-beelden.945 Ik beklaag mij allerminst erover en dank u integendeel extra hiervoor: het artikel las ik nog niet, maar de foto's van de Bhima-beelden zijn prachtig. Mag ik u nu echter lastigvallen om die Pandji-beelden, waar onze wederzijdsche vriend Poerba946 mij erg begeerig naar heeft gemaakt? Het artikel heet: Enkele interessante Reliefs van Oost Java, en komt voor

[p. 404]
in Jrg. xv (1935). Mocht u mij hiervan geen ‘waarloos’ ex. - overdruk of compleet nr. - meer kunnen sturen, dan wil ik met genoegen het verschuldigde bedrag per postwissel u overmaken.

Behalve Multatuli, tweede pleidooi, waarin ik, behalve mijn afrekening met Saks, mevr. Romein, Noordenbos en vele anderen (definitief, naar ik zelf hoop!) ook nog alle nieuwe dokumenten gaf die ik op het Archief vond (Menado en Ambon betreffende) en die mij van eenig belang leken, - geeft Nix binnenkort uit een eerste bloemlezing, als je 't tenminste zoo noemen mag, uit Compagniesdichters en soortgelijken, van 1600-1780, dus getuigend van de meest volstrekte V.O.C.-mentaliteit. Het boek zal heeten De Muze van Jan Companjie, en u ook worden toegezonden. Ik hoop in Bandoeng binnenkort de eerste proeven ervan te kunnen nakijken. Heeft het eenig succes, dan komt een volgend en veel dikker deel, veel ‘leesbaarder’ ook, dat de periode van de Verlichting zal weergeven: van 1780-1860, dwz. van Willem van Hogendorp t/m Multatuli. Dit deel zal heeten: Van Kraspoekol tot Saïdjah - en een betere omvatting van het Harriet Beecher Stowe-thema is moeilijk te bedenken. - Heb ik ook dàt klaar, dan zal het wel tijd zijn naar Europa te verdwijnen. Mijn vrouw is nu weer flink sukkelende.

Gaat dit door, dan gaan wij per 1 Aug. al naar Bandoeng (dus blijven niet tot 15 Aug. hier in Meester). Komt u ons in Bandoeng eens opzoeken? U kunt mij daar altijd bij Nix (Landraadweg 3) bereiken.

Et voilà. Als u niet te lang wacht, kunt u de Pandji-dingen nog hierheen zenden: p/a fam. Scheltens, Pasarstraat 142, Mr. Cornelis. Ik zeg u bij voorbaat dank en blijf gaarne uw dw.

EduPerron

Die Muze van J.C. is niet zóó vervelend als 't wel lijkt; de gekkigheid redt een heeleboel! Er zijn saaier wetenschappelijkheden bijeen gebracht en als ‘belangrijk’ uitgegeven. En ‘onthullend’ is het in hooge mate.

945W.F. Stutterheim, ‘Een Oud-Javaansche Bhima-cultus’, Djåwå 15 (1935), p. 37-64.
946R. Ng. Poerbatjaraka.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie