4261 (2823a). Aan F. van Ermengem: Parijs, 27 en 28 januari 1936
Parijs, Maandagavond.
Geachte Heer,
Dank voor uw schrijven en de vertaling van die enkele bladzijden in 2 lezingen.618 - Dat ik u niet eerder schreef, kwam omdat ik geen bericht had van Pia; eerst gisteren kreeg ik een brief van hem. Door zijn nieuwe werk, verhuizen, enz. zal hij zich niet met deze vertaling kunnen bezighouden vóór half Februari, maar dan ook zeker, naar hij mij schrijft.
Van de 2 lezingen die u mij nu voorlegt, prefereer ik het mot à mot, hoewel u dit zóó strict hebt doorgevoerd dat het wel erg naïef aandoet. Bv. u vertaalt dan: ‘als moeder dat eens wist’ door ‘si mère savait un jour cela’, terwijl ‘un jour’ toch zeker overbodig is? Aan den anderen kant vertaalt u in de vrije lezing: ‘aan mijn lot overlaten’ door ‘m'abandonner à mon malheureux sort’, wat mij ook niet bepaald noodzakelijk lijkt (de toevoeging, bedoel ik). Het beste vind ik uw vertaling waar het mot à mot wel trouw is maar niet expres slaafsch, bv. als u ‘toen wij op Balekambang terug kwamen/waren’
Dat u Henri Brulard weer ter hand nam619 is geen slechte zet; ook lijkt het gevaar van naar Anatole France af te wijken mij niet bijster groot; het rhythme van Stendhal behoedt m.i. voor de gearticuleerde gestoldheden à la France. Maar u hebt natuurlijk volkomen gelijk waar u de woordkeus van Stendhal wantrouwt in verband met een boek van 1936. Het proza van Multatuli is in de holl. literatuur meer levend dan alles wat de z.g. ‘mannen van '80’ (en van '90, en eigenlijk tot 1910) als fraaie letteren hebben uitgegeven; maar als iemand zich zóó idioot op Multatuli inspireerde dat hij ook zijn woordkeus nauwgezet overnam, zou hij ondanks alles schrijven als zijn grootpa van 1860. Ik bedoel met ‘losheid van toon’, etc. inderdaad vrij precies wat Brulard kenmerkt, mits natuurlijk overgebracht in onzen tijd; een equivalent, niet een calque.
Toch schrijf ik u ook dit meer volledigheidshalve dan om u nu een soort Brulard-régime op te dringen! Ik stel u voor om met alle verdere omstandigheden, als werk van Pia, geen rekening meer te houden en mij gewoon toe te zenden wat u klaar hebt. Zoodra ik u een aantal herziene bladzijden kan toesturen, zal ik dat doen, dat blijft afgesproken.
Met dank voor al de moeite die u zich geeft en mijn excuses voor de toch ontstane vertraging, blijf ik gaarne uw dw.
EduPerron
P.S. - Tenslotte kàn ik ook uw vrije lezing gebruiken, die wschl. andere voordeelen heeft dan het mot à mot, dat ik er zelf ook nog altijd bij kan zetten. Dus: doet u precies wat u zelf het liefste is, mits ik het recht behoud alles te herzien.
P.P.S. - In de gesprekken met Goeraëff, Héverlé, Viala kunt u beter ‘je’ en ‘jij’ vertalen door ‘vous’, inpl. van door ‘tu’, zooals u gedaan
Dinsdag.
Alvorens dezen brief te verzenden heb ik uw twee lezingen nog eens goed met elkaar vergeleken. Mijn indruk is dat ze allebei even goed of slecht zijn, nl. wat mij het beste lijkt, is een kruising van de twee.
Bijv. - woordelijke vertaling:
‘Oh, Toine, si mère savait un jour cela! - Inutile, [‘Geen nood’ = ‘T'en fais pas’, of ‘Aies pas peur’ of zooiets] celle-là en sait plus long là-dessus [is dit na ‘en’ niet dubbel?] que toi!620 - ... Qu'est ce que mère devait mieux savoir?... Et dans quelles circonstances ma mère’, etc.
Vrije vertaling:
‘Oh, Toine, si ma mère savait cela! - Inutile, [zelfde als boven] elle en sait bien [overbodig] plus long que toi. - Cette gravure resta pour moi un mystère (inplaats van ‘mystérieuse’, - ik zie niet in dat dit een verbetering is, maar tenslotte komt het er niet op aan), malgré toutes les révélations indigènes. [Is ‘des indigènes’ niet juister?] Qu'est-ce que la mère aurait du savoir de plus?’... enz.
Hier is de vrije lezing beter, hoewel nòg te nadrukkelijk, omdat de kinderachtigheden van het mot à mot eruit zijn; omdat ‘qu'est ce que la mère’ beter is, lijkt mij, dan ‘qu'est-ce que mère’, etc. Maar waarom niet:
‘Oh, Toine, [de naam kan gerust anders worden, “Toon” is een typische hollandsche boeren-naam] si mère savait cela! - T'en fais pas, elle en sait plus long que toi! - Cette gravure resta pour moi mystérieuse, malgré toutes les révélations [des] indigènes. Qu'est-ce que la mère aurait dû mieux savoir? me disais-je.... Et dans quelles circonstances ma mère,’ etc.
‘Mère’, bij het meisje, ‘la mère’ [van het meisje immers], als ik erover nadenk; ‘ma mère’ in het 3e geval. Bij u staat in het 1e geval ook ‘ma mère’ - terwijl het aardiger èn waarschijnlijker is dat dat boerenmeisje van ‘mère’ spreekt.
Verder begrijp ik werkelijk uw behoefte niet om zinnetjes die heel eenvoudig van constructie zijn om te zetten, als in het begin van de vrije lezing:
‘Rentrés à Balekambang, [dit is op een goede manier vrij vertaald], c'est mon père qui me fit la classe: il s'en chargerait bien luiméme, puisque les Demoiselles n'avaient rien su faire de bon.’621 Waaròm die omzetting, die samenvoeging van 2 zinnen tot één, die dubbele punt waar ik een punt heb, die afschuwelijke hoofdletter voor ‘demoiselles’? Ik heb, als ik Malraux of Larbaud vertaalde, nooit de minste behoefte gehad om dergelijke wijzigingen aan te brengen, en zie ook niet dat de taal - het linguistische deel van vertalen, zooals u zegt - dat noodzakelijk of zelfs maar wenschelijk maakt. Ik weet wel dat er vertalers zijn die graag zoo te werk gaan, maar dit zijn voor mijn gevoel slechte vertalers, die niet over genoeg taalmiddelen beschikken om een auteur zijn eigen gedachtegang en rhythme te geven in hun eigen taal. Waarom bv. - ik maak nu een kruising tusschen uw 2 teksten - staat er niet:
‘Rentrés à Balekambang, c'est mon père qui me fit la classe. [Of: qui me donna des leçons.] Les demoiselles n'avaient rien valu [of: n'avaient rien su faire, of: s'étaient montrées insuffisantes], il le ferait maintenant [bien] lui-même’.
U begrijpt dat het grammaticale hierin voor mij van niet zooveel belang is: als u vindt, of als het eenvoudig zoo is, dat de fransche grammatica een wijziging voorschrijft, dan spreekt het geheel vanzelf dat u die wijziging maakt. Daarom is het slaafsche mot à mot eigenlijk een overbodige luxe, en een overbodige moeite die u zich geeft, omdat u uitgegaan bent van het standpunt dat ik dat wenschte - terwijl ik nooit zoo kinderlijk en ongeletterd was, meen ik, om dat standpunt ook maar voor mogelijk aan te zien. Ik verzet mij alleen tegen omzettingen en wijzigingen als hierboven aangegeven. Verderop nogmaals: ‘Quelle chance que je ne me sois pas montré lent d'esprit’622 lijkt mij juist en is alweer goed vrij vertaald; maar u
Ik heb nu vrij lang over deze dingen geschreven om u nog eens duidelijk te maken wat mijn bezwaren zijn, en voorzie een lange brief van u waarin u mij weer verklaren zult hoezeer ik mij vergis. Maar op die manier geeft het alleen veel overbodige moeite voor u en mij, al gebeurt dit dan met de loffelijkste bedoelingen.
Mijn slotsom is dus nogmaals: doet u wat u het liefste is, maar als u met mij rekening wilt houden, geeft u mij dan een mot à mot dat niet zóó strict is doorgevoerd en dus niet zóó ridicuul aandoet. Kortom een trouwe vertaling, zonder te vervallen in het ongerijmde, - zooals ik u al eerder schreef. De enkele voorbeelden die ik u nu gaf, en waarvan ik het grammaticale deel bij voorbaat door u laat beslissen, zijn misschien toch nog van nut, in zooverre als zij u kunnen laten voelen wat ik bedoel, wanneer u zich niet bij voorbaat schrap zet.
Met vriendelijke groeten nogmaals uw
EdP.
Wilt u dat ik u de 2 lezingen terugzend, of zal ik die gewoon aanhouden tot uw vertaling aan die passage toe is?