[p. 162]
van wat Slauerhoff in zijn werken uitdrukt, zoodat het inderdaad onvermijdelijk is dat het in zekeren zin ‘lijkt’. Daarnaast ken ik Slauerhoff persoonlijk te goed om hier een goed beoordeelaar te zijn, wil mij voorkomen.
Ik heb het zeer druk en dus zoo goed als geen tijd voor correspondentie. Maar als u mij op het punt van epigonisme iets dringends te zeggen hebt, kunt u dat natuurlijk gerust doen en hoop ik u te antwoorden.
Met vriendelijke groeten,
hoogachtend, uw dw.
EduPerron