4232 (2380a). Aan D.A. de Graaf Parijs, 2 februari 1935

Parijs, 2 Febr. '35.

Geachte Heer,

Is u ook de heer De Graaf van inliggend schrijven?502 Het adres is anders, maar gegeven de voorletters en het soort belangstelling... Mocht dit een andere heer De Graaf zijn, misschien voelt u er dan voor met hem van gedachten te wisselen en kunt u deze brief daarvoor gebruiken als aanknoopingspunt. Le Coffret de Santal is m.i. nl. een niet onaardige bundel van een typisch-fransche onbeduidendheid, en waarom ik over Cros503 had moeten schrijven, liever dan over Germain Nouveau504 bijv., is mij een raadsel.

Wat uw brief over het epigonisme betreft, ik dacht dat ik duidelijk genoeg had geschreven dat men beïnvloed kan zijn, zonder daarom dadelijk voor epigoon door te moeten gaan: de door u geciteerde regel van Marsman (die ik vergeleek met Cocteau) citeerde ik in dit verband!505 Er is, als je het goed nagaat, misschien niet

[p. 163]
één kunstenaar die niet meer of minder sterk beïnvloed werd. Maar om hieruit de triomf te distilleeren van den epigoon is alleen het voorrecht van een naïeven geest.

Ik raad u aan over deze delicate kwestie Gide te lezen; over den invloed in de literatuur (vóórin Prétextes),506 waar u 10 × betere dingen in zult vinden dan wij zouden kunnen opwerpen per brief.

Met vriendelijke groeten, uw dw.

EduPerron

502Waarschijnlijk de brief, die DP met 4231 beantwoordde.
503Charles Cros (1842-1888), dichter en uitvinder, publiceerde zijn bundel Le coffret de Santal in 1873; in 1879 kwam een zeer vermeerderde druk uit. Echo's van Rimbaud en van Verlaine klinken in Le coffret door.
504Germain Nouveau (1851-1920), dichter en schilder. Zijn debuut was minder zoetelijk dan Verlaine en muzikaler dan Cros. Le coffret de Santal was voor veel van zijn vroege verzen het geheime model. Kritiek van DP op Nouveau is niet achterhaald.
505DP had in zijn essay ‘Over de “kreativiteit” in onze nieuwe poëzie’ (zie 4142 n 3) geschreven over creativiteit en epigonisme. Hij haalde hierin Marsmans regel ‘De morgen en nacht [zijn] twee blauwe matrozen’ aan, die hem altijd had doen denken aan een regel van Cocteau: ‘Le ciel est un marin assis sur les maisons’. DP noemde dit als één van de voorbeelden van zijn categorie ‘reminiscenties’, die poëtische winst opleveren (Vw 2, p. 280). DP had eerder in Vriend of vijand, p. 29 (Vw 2, p. 120), genoteerd, dat hij vroeger Marsman een sous-Cocteau had gevonden, maar dat hij daar volledig van terug was gekomen.
506André Gide's Brusselse lezing uit 1900 ‘De l'influence en littérature’ opent zijn essaybundel Prétextes, Réflexions critiques sur quelques points de littérature et de morale, Parijs 1903, p. 7-35. Hij hield daarin een pleidooi voor de invloed. In Een voorbereiding wordt op p. 136 (Vw 1, p. 236) naar deze tekst van Gide verwezen.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie