4229 (2346a). Aan J.A. Antonini: Le Roselier-en-Plérin, 24 december 1934

Beste Gino,

Zou je mij omgaand willen opgeven waar het boek van P. Martino over Stendhal uitgegeven is? Ik zal probeeren het van den uitgever te krijgen voor een recensie,488 omdat ik geen 30 frs. ervoor betalen wil. Is het goed?

Geef me het complete adres op.

Heb je nog wat gemaakt voor de krant? Bep heeft nog wat over de Kerststemming geschreven.489 Een bewijsnr. van je brieven heb ik nog niet, maar zal ik je nasturen zoodra het er is. Hoe gaat het verder?

Ik werk nog altijd met animo.

Hartelijke groeten, ook van Bep en aan Maria, en een hand van je

E.

Ducroo komt, als alles goed gaat, tegen 15 April uit. Wat zeg je van deze bekwame spoed?

Bretagne, 24 December 1934.

[p. 160]

Daarnet komt je brief met bijlagen. Het is allemaal nogal zuur, maar inderdaad is ‘italiaansche literatuur’ voor Holland een van de eerste dingen die als minder noodig op zij worden gezet. Als ik in Parijs terug ben, zal ik een en ander nader met je bespreken. Heb je voor De Gids al een kroniek gemaakt, en Jan al gevraagd om een kroniek te nemen voor Gr. Ned.?490 Verder is het Haagsche Maandblad misschien wel iets. Schrijf Jan daarover.

Ik stuur dit gauw weg, op je andere vragen antwoordde ik al bij voorbaat. Het beste met de feesten!

Je E.

488Pierre Martino, Stendhal, nieuwe en geheel herziene uitgave, Parijs: Boivin & Cie (1934). DP besprak het in de NRC van 19 februari 1935 (av.) (Vw 6, p. 169-170).
489Niet aangetroffen in Het vaderland.
490Antonini publiceerde ‘Luigi Pirandello Nobelprijs 1934’ in GN 33 (1935) 1 (januari), p. 86-93. Hoewel hij later meer artikelen aan GN bijdroeg, schreef Antonini geen vaste kroniek.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie