[p. 170]

onrust
door tom de wit

Op 5 Februari te vier uur 30 des namiddags, werd een draadloos bericht opgepikt van de muiters, waarin verklaard werd, dat het reisdoel van 't schip Soerabaja was, en de bedoeling van de actie de vrijheid te verkrijgen van de te Soerabaja gearresteerde marineschepelingen.

 
Al wat klein en bang is,
 
Al wat hoog in rang is,
 
Al wat bang en klein is,
 
Al wat vroom en fijn is,
 
Al de onverlaten,
 
En de democraten,
 
Schreeuwden moord en brand,
 
 
 
Sanctus Renegatus
 
Deed gelijk Pilatus,
 
Ging zijn handen wasschen
 
En in onschuld plassen.
 
Judas ging zich hangen,
 
Naar den dood verlangen,
 
Alles voor 't benarde vaderland.
 
 
 
Maar de blanke rakkers
 
En hun bruine makkers
 
Wisten van geen wijken -
 
Twee en twintig lijken
 
En de rest, gevangen,
 
Zou men gaarne hangen,
 
Waar de palmen fluist'ren aan het verre strand.
 
 
 
Maar de dag zal komen,
 
Dat die stille boomen
 
't Volk zich zien verheffen,
 
Als het gaat beseffen,
 
Wat die jongens deden,
 
Hoe die jongens streden
 
Voor een vrije wereld, hand in hand.