Zoo leven de werkloozen
Een werkplan van de afd. Rotterdam door Bertus Meijer.

We weten het thans stellig allemaal, dat de werkloozen het beroerd hebben: dat hun steun te laag, hun voeding te slecht en hun kleeding onvoldoende is.

Maar wat weten wij tenslotte van hun eigenlijk leven in de finesses (zoowel geestelijk als materieel), van hun leven van dag tot dag, van maand tot maand, vaak van jaar tot jaar?

Van de verbittering, wanhoop of doffe berusting der mannen en vrouwen, vaders en moeders? Van de moreele depressie, die de kinderen (nergens geen uitkomst meer ziende) maar al te dikwijls op het pad van de misdaad en de prostitutie drijft? Kortom van gansch de psychologische constellatie der in werkeloosheid levende klassegenooten?

Nagenoeg niets!

Dit leven kunnen we ook alleen leeren benaderen door een nauwkeurig en ernstig onderzoek.

Bijvoorbeeld door van het leven van de kameraden van één stempellokaal, alles probeeren te weten te komen, nauwkeurig en juist, zonder dichterlijke vrijheden.

We moeten, willen we werkelijk iets van het wezenlijke leven der werkloozen mededeelen, ons heenvreten door bergen cijfers en feiten.

Daartoe moeten we alles weten van hun dagelijks leven: de duur der werkeloosheid, het bedrag hunner uitkeering, staat hunner kleeding en

[p. 111]

voeding, de behuizing, de gezondheid, vooral van de kinderen, de ontspanning, kortom alles wat hun leven maar uitmaken kan of ten eenemale mist.

Alzoo doende komen we misschien ook tot de staat van het eigenlijk geestelijk en moreele bestaan, de depressie en psychologische verzieking, waaraan honderden en duizenden gezinnen wegrotten.

Deze zaak is stellig een taak voor ‘links-richten’, die op vervulling wacht.

Voor het bovenstaande plan kunnen de volgende werkgroepen in ‘links-richten’ gemobiliseerd worden: schrijvers-groepen, architecten-groep, opvoedkundige en medische groep, film-, foto-, en hygiënische groep. De uit het door collectief samenwerken tot stand gekomen totale reportage, sprekend door de taal der feiten, geïllustreerd door ter plaatse gemaakte interieurfoto's en teekeningen der kamerafmetingen en slaapgelegenheden etc., wordt gepubliceerd onder de titel: ‘zoo leven de werkeloozen’ in ‘links-richten’ of in een appart uit te geven boekje of brochure. Bij de uitvoering van dit schetsmatig aangegeven plan zou ‘links-richten’ metterdaad een eerste serieuze poging doen om, iets naders omtrent het leven van honderdduizenden in diepe ellende verkeerende werkelooze kameraden aan het licht te brengen.

Gelijk met deze publicatie zouden de werkgroepen van de film, tooneel en foto, met een spreker in een openbare vergadering (waartoe naast de revulutionnaire ook de sociaal-democratische en burgelijke pers moet worden uitgenoodigd) nogmaals met hun middelen en op hun wijze de verzamelde feiten en toestanden naar voren moeten brengen (zelfs in de gemeenteraden moet worden doorgedrongen) om een zoo breed mogelijke basis van publiciteit, maar vooral van agitatie te verwekken.

Een agit-prop stuk ontstaan en gegroeid uit het onderzoek zou deze avond kunnen aanvullen.

Bovenstaand plan zou zoowel voor Rotterdam, als Amsterdam en den Haag (Utrecht?) kunnen gelden.

Door een zoodanig nauwkeurig rapport (dat zooals reeds gezegd natuurlijk meer moet zijn dan alleen een rapport of een artikel) zou er een min of meer totaal beeld (feitelijk en psychologisch) van de werkeloozen toestanden in Nederland ontstaan.