[p. 103]

C. de Dood.

a.Daar ik de Russische taal niet machtig ben en me dus moet behelpen met Fransche, Duitsche of Engelsche vertalingen van Russische romans en gedichten, kan ik alleen maar een indruk geven. Welnu, mijn indruk is, dat de nieuwe Russische litteratuur geen wortels heeft in het geestelijk leven van het Russische volk, zelfs niet in het waarachtige cultuurleven van de cultureele bovengroep. Voor zoover de Russische litteratuur geen kunstelooze verslaggeverij is, staat zij onder den onmiddellijken invloed van de ‘moderne’-ismen van de Westersche letterkunst. Het is geen schande. De energie, waarmee de Sowjet-regeering den akker des geestes van het Russische volk bestelt (denk aan de worderbaarlijk snelle afname van het getal der analfabeten), belooft een heerlijken oogst van rijpe letterkunst.
b.Behalve het werk van Gorki de roman ‘Zement’ van Gladkow.
c.Voor zoover ik mezelf kan contröleeren: neen. D.w.z. misschien nog niet.
d.Prachtig! De Russische filmkunst is de moeder van de èchte filmkunst. Deze kunst (ik meen, ook de dramatische) wortelt wèl in het geestelijke leven van het Russische volk. Mijn indruk is deze: het door de revolutie ontwaakte volk, hoewel nog niet rijp om schoonheid te lèzen, was rijp om schoonheid te zien. Daarom kon de Russische filmkunst hemelhoog stijgen boven het peil van propaganda. Daarom kon zij worden tot een innige belijdenis, schoon door overtuiging, overtuigd door schoonheid.