Boekenschouw

Lettice U. Cooper, Daer slae gheluck toe. Roman uit den tachtigjarigen oorlog. - Amsterdam, van Holkema & Warendorfs Uitgevers-Maatschij.

In de voorrede van den vertaler, die anonym blijft, wordt ons een en ander over het Engelsche ‘Gilde der Cooplieden Aventuriers’, aan wie deze roman is opgedragen, verteld. ‘Naar alle waarschijnlijkheid was het gilde der Cooplieden Aventuriers het eerste groote handelslichaam, dat. Midden en West-Europa gekend hebben. De leuze van het Gilde was ‘Dieu nous donne bonne Aventure’, terwijl het randschrift om het wapen luidde: ‘Give unto every man that which is his’. Thans brengt een Engelsche, Lettice U. Cooper een roman over het Engelsche gilde. Daaruit kunnen wij leeren, hoe 'n grooten, overwegenden invloed dit koopmansgilde heeft uitgeoefend op de politiek van dien tijd; dat de komst van den graaf van Leicester met de Engelsche hulptroepen uitsluitend te danken was aan dat gilde! Dat onze invoer en uitvoer na het jaar 1588 door dit koopmansgilde werd hersteld. Dat dit gilde aan koningin Elisabeth de fondsen fourneerde noodig om die Engelsche hulptroepen te betalen.’

De omgeving, waarin deze roman speelt, is niet onaardig en dat het tooneel in Gelderland ligt, geeft er nog een speciale attractie voor het Hollandsche publiek aan. De roman zelf is uiterst onbeduidend, een banaal liefdesgeschiedenisje: een jong Geldersch gravinnetje, dat het ouderlijk huis ontvlucht om aan een huwelijk met een Spaansch edelman te ontkomen. Allerlei avonturen wachten haar en haar broeder, die haar vergezelt, in de stad Hamburg, zelfs ontsnapt de jonge Gilles, maar ternauwernood aan de martelingen der Inquisitie. Overigens is het verhaal wel vlot en onderhoudend geschreven.

 

N.B.