Van de redactie

Van den Heer J.L. Boender ontvingen wij ter publicatie een uitvoerig schrijven als antwoord op hetgeen door de H.H. Brusse en Verbraeck en Colmjon in ons vorig nr. werd geschreven. Het spijt ons, dat wij over deze quaestie, die reeds te veel ruimte in beslag nam, thans niet wederom enkele kolommen ter beschikking kunnen stellen. De Heer Boender acht het voldoende met nadruk te herhalen hetgeen hij aan het slot van zijn interview opmerkte: dat hij n.l. een uitvoerig artikel in bewerking heeft, waarin hij zal trachten gedocumenteerd aan te toonen, dat er verband moet bestaan tusschen het conflict De Vrije Bladen - Em. Querido en zijn studie, waarvan, herhaalt de Heer Boender, door Em. Querido moet zijn kennisgenomen.

De Heeren Brusse, Querido en wij zullen dus nu hebben af te wachten in hoeverre de Heer Boender deze zijn ‘overtuiging’ werkelijk door bewijzen zal kunnen staven.

Wat de Redactie van De Litteraire Gids betreft acht de Heer Boender het al heel brutaal, dat zij met dat vergeten vraagteekentje te harer rechtvaardiging durft aankomen, terwijl toch de Heer Verbraeck een geheele recensie op zijn geweten heeft ‘waarin hij Greshoff als auteur van ‘Is. Querido en het Begrip Litteratuur’ belachelijk tracht te maken.’ Deze recensie werd, schrijft de Heer Boender, ‘door een onvergeeflijke domheid mijnerzijds’ niet geplaatst, maar de schrijver zou zich eerder van schaamte dienen te verbergen dan nu op hoogen toon de Heeren Pannekoek en Boender de les te komen lezen over het weglaten van een vraagteeken, dat hem en zijn mederedacteur, gezien het bovenvermelde, in geen geval had kunnen redden.

En hiermede sluiten wij dit onverkwikkelijk debat.

(Red. D.G.W.)