Buitenlandsch overzicht
Critiek van Mussolini
25 Juli 1933
Mussolini noemt Genève en Londen mislukt. Het zal weinig tegenspraak ontmoeten. Wat geeft hij als oorzaak op? Dat conferenties verkeerde dingen zijn: ‘toonbeelden der eeuwige vergissing, die de democratische gelijkheid bewierookt, hoewel noch in de natuur, noch in de historie democratische gelijkheid heeft bestaan. Men had beter gedaan de landen van wereldbeteekenis, bij elkaar niet meer dan een dozijn, bijeen te roepen. Waren deze landen tot overeenstemming gekomen dan had men 75% der wereldbevolking haar economische vrijheid geschonken, wat vanzelf den noodigen invloed op de kleine staten zou hebben gehad.....Slechts het Viermogendhedenverdrag geeft Europa gelegenheid tien jaar lang rustig adem te halen. Het woord “conferentie” dient binnen eenige jaren uit het woordenboek der internationale politiek te verdwijnen. De democratie kan slechts spreken en leven van woorden, doch in tijden van crisis moeten de volken bevelen krijgen.’
Zijn inderdaad de ‘landen van wereldbeteekenis’ het te Genève en te Londen eens geweest, en is het betweterij der kleine staten die de vrucht dier eenstemmigheid voor de wereld deed verloren gaan? Het lijkt er niet op. Die te Genève elkander niet naderen konden waren Massigli en Nadolny, beiden behoorende tot de 75%, niet tot de 25%. De slechte voorbereiding te Londen komt voor rekening van staatslieden uit de 75%, niet uit de 25%. Roosevelt die letterlijk alles gedaan heeft om de conferentie te doen doodloopen is de vertegenwoordiger van den grootsten staat van heel het dozijn. Wat zouden wij bevelen van een Mac Donald of Roosevelt
afwachten? Om van Hitler niet te spreken. Die bevelen wil, moet althans zijn eigen besluit kennen. Hadden de heeren er een achter de hand? Het is uit niets gebleken. Het is ons te veel gevraagd, met een quia nominor leo genoegen te nemen. Het komt niet op den naam, maar op de zaak aan. Wij hebben de leeuwen niets zien doen dat des leeuws, en veel dat des kameleons is.
Kan Hitler bevelen? Het moet nog blijken. Als er een waarschuwing tot zijn eigen volgelingen te richten is, laat hij Goering het woord doen. Hitler orakelt dat de revolutie 15 Juli haar eindpunt heeft bereikt en de nationaal-socialistische opbouw is begonnen, en Goering geeft de toepassing.
Van nu af zal iedere handeling, die met de wetten van den staat niet in overeenstemming is, onverbiddelijk worden vervolgd. Er zijn dus zulke handelingen geweest? Wel, wel. Als een ander het zeide, moest hij er een van de ‘leugencampagne’ wezen. Nu erkent Goering het zelf. De daders toonen, nu, bij monde van den plaatsvervangenden leider der N.S.D.A.P. Rudolf Hess, in dezer voege hun berouw: ‘als er mishandelingen hebben plaats gehad, zijn wij er door agents provocateurs toe verleid’. En dan in één adem erbij: ‘iedere moord door een communist of marxist op een nationaal-socialist gepleegd, wordt door ons tienvoudig gewroken.’ Het redeverband toont aan, dat dit praesens een futurum voorstelt, en ons, dat zijn de S.A.- en S.S.-mannen. Opstand dus tegen het (nationaal socialistisch) gezag?
Hoe komt Hitler van de bruinhemden ooit af? Hun woorden toonen van nationaal-socialistischen opbouw niets, en van nationaal-socialistische destructie alles.
Wij zijn voor den mal gehouden, maar dat de heeren bovendien nog onze bewondering vragen is over de schreef. Het is ook niet de daad van waarlijk sterke mannen. Die vragen niet om een indruk, maar maken dien. Waarin zij tot dusver te kort zijn geschoten. Of dit nu democraten zijn die het zeggen, of niet, is van weinig belang: het is eenvoudig de vaststelling van een feit dat voor de naaste toekomst weinig goeds belooft.
Ouchy ligt tegen de vlakte. Het gaat met Ottawa niet samen,
en Engeland kan daar niet af. Het verwordt tot Europeesche agentuur van buiten-Europeesche belangen. Voor Nederland dat zich gaarne in Engeland's schaduw bewoog, een allerernstigst feit. Gaat dit zoo door, dan wordt onze positie er een die de grootste omzichtigheid vereischt. Dr. Colijn doet er wel aan, de enkele dingen waarover men te Londen doorpraten zal, aan anderen over te laten; wij kunnen hem in ons eigen land niet langer missen.
C.