[p. 1148]

Wie zijn dag niet bemint zal ten onder gaan

 
Nu begint de strijd om een nieuwe geboort,
 
om door het zelfgeschapen wee te boren,
 
om die nieuwe stem in mij aan te hooren,
 
die reeds jubelen wil voor de klaarte gloort.
 
 
 
Zoet is de nacht en de naam van de maan,
 
maar 'k wil mij van den levenden dood afkeeren,
 
ik wil in het licht lachen, dansen, begeeren,
 
want wie zijn dag niet bemint zal ten onder gaan.

R. Herreman