[p. 74]

Drie Koningen

 
Drie koningen-der-nijverheid
 
die gingen vol ootmoedigheid
 
 
 
hun pelgrimsweg naar 't Godlik Kind.
 
De ster ontbrak. Maar, die verblindt!
 
 
 
De katedraal was rijk verlicht:
 
dat was men aan hun stand verplicht.
 
 
 
De mirre geurde tot reklaam,
 
de wierook droeg Melchior's naam,
 
 
 
en voor het goud, als boete voor zijn zonden,
 
had Baltazar tien werklui doorgezonden.

Karel Vertommen