[p. 72]

Terug uit de Ballingschap

 
Nous avons vécu en ménage
 
En ce pays trop de marchands.
 
Max Elskamp
 
Hoe word ik straks mijn vurigheid de baas!
 
Ik dacht alreeds dat niets me nog kon deren
 
En vond het leven doelloos. Me te weren?
 
Onnoodig, overbodig zelfs, en dwaas.
 
 
 
Maar sedert ik het land van Jantje Kaas
 
Verliet, alwaar ik alles moest ontberen
 
En huichelaars bij Jezus hoorde zweren
 
Dag-in, dag-uit, alsof, door dit gedaas,
 
 
 
Een echt vroom mensch zich ooit liet imponeeren,
 
Gevoel ik me in staat om alle zeeren
 
En kwellingen des lijfs te wederstaan;
 
 
 
Zoodat ik hoop ook andere bezwaren,
 
Moreele wil ik zeggen, van de baan
 
Te schoppen, of het knikkerbollen waren.

Mei, 1926.

 

Amand Simoens