[p. 658]

l'Histoire se répète

 
Zij leefden vroeger
 
en ik leef vandaag.
 
En wat i k nu luidruchtig draag
 
is wat zij in stilte hebben gedragen
 
in hun nu vergeten dagen.
 
 
 
Dat deze tijden wat heftiger zijn
 
de nachten harder, en zuurder de wijn,
 
dat wij niet langer naar oorzaken vragen
 
maar in een bijna argeloos wagen
 
het leven verbreken en eenzaam zijn:
 
ook dàt is ten slotte geen andere pijn.
 
 
 
Het is in de mindering der stilten
 
die daarom des te kostbaarder zijn:
 
o, dit moeizaam gewin van één roerloos moment:
 
één blik, één gebaar, één kleine teug wijn.

Man Arnet