Vriend of vijand

Toelichting

NAWOORD Uit: Vriend of vijand (1931) door E. du Perron

Voor dit twede deel van mijn Cahiers geldt eigenlik precies hetzelfde als voor het eerste; tenzij het voor of tegen hier misschien met nog meer klem werd uitgesproken dan daar. Juist omdat ik geen enkele mening ten slotte als doorslaggevend kan beschouwen, juist omdat iedere uitspraak zich tenslotte richt tot het gevoel, heb ik mij meer en meer erop toegelegd duidelik te spreken, meer en meer verwijderd van het fluisteren over alle onderwerpen heen, met gesloten ogen starend naar een wijsheid, die even voos en verraderlik blijft als de drie symbolen (anker, kruis en hart) welke men aan zijn horlogeketting hangt. Ik geloof — en alles wordt in laatste instantie weer een kwestie van geloof — voor het ogenblik aan deze waarheid: dat men of duidelik spreken moet of volkomen zwijgen.
Wij zijn soms zover gekomen dat wij, op monosyllaben reagerend, elkanders gedachtegangen volkomen weten aan te vullen, toe te laten, in een woord: te verstaan. Maar dit is voor het verstand alleen. Het gevoel, het temperament spreken anders. Dezelfde aterling die wij, na één blik op zijn herediteit, met het verstand vrijspraken, trapt het met wellust in een beerput; dezelfde man die wij verstandelik geenszins bewonderden, drukt het met een ruk aan het hart. De bijna redeloze gloed van vriendschap of van haat juist bij zaken die „des geestes" zijn, is wellicht ons kostbaarste erfdeel, in een tijd waarin analyse en kultuur om de voorrang strijden of om de diktatuur. Hierin wellicht zijn wij nog primitieven; ook wanneer onze afkeer zich uit in de meest welopgevoede, koelste onverschilligheid. De wérkelik onverschillige — evenals de wérkelik wijze — zwijgt.
Als men bedenkt dat er landen zijn, waar hele volkstammen nog leven, niet zonder poëzie maar volmaakt zonder literatuur; en dat alle mensen, niet één uitgezonderd, enige dingen met elkaar gemeen hebben (behalve geboren worden en sterven) die geen beschaving, geen analyse, geen intelligentie ooit grondig genoeg zullen vervormen… Laat ons kleur bekennen. De vereerders van Kowokawa, god van zee, regen en wind, zijn op dit ogenblik, genadeloos in strijd met de aanbidders van Lawaloewoe, god van zon, en vruchtbare aarde. De priesters van beide sekten eten elkaar over en weer op, onder verrukkingen zo groot, dat zij niet dan als mysties kunnen worden geklasseerd.

Oktober 1930.


Uit Batten/Stols:

1931
40. VRIEND OF VIJAND (Cahiers van een Lezer)** Uitgegeven door A. A. M. Stols, 1931 [z. pl. — Brussel]. Standpunten en Getuigenissen. 

172 blz. 13,5 x 19. Colophon op blz. 172: „Gedrukt bij Boosten & Stols te Maastricht. Behalve de gewone oplagen werden 10 exemplaren op geschept papier gedrukt, genummerd I—X". Verder uitgevoerd als „Voor kleine Parochie". 

De tekst is in 3 cahiers verdeeld; het 1e en 2e cahier zijn identiek met ,,Cahiers van een Lezer", nos. 4 en 5, uitgave 1929; het ,,Derde Cahier" bevat: 1. Andre Gide en de Hollandse kritiek; 2. Interview; 3. A. den Doolaard; 4. Sonnet voor Buning, Brief aan Dr. Donkersloot; 5. Valéry, Stendhal. Nawoord. (Oct. 1930). Opdracht: Aan J. C. Bloem. Motto van P. Léautaud.


naar hele bibliografie


Aantekeningen:

Grotendeels bevat Vriend of vijand opstellen die eerder door Du Perron werden gepubliceerd in zijn Cahiers van een lezer, die eind jaren ’20 door hemzelf werden uitgegeven in eigen beheer. Dit critisch proza werd, bewerkt en aangevuld, herdrukt in 1946 onder de titel Cahiers van een lezer, conform een door Du Perron persklaar gemaakte tekst die is aangetroffen in zijn nalatenschap. In deze definitieve vorm is dit proza ten slotte opgenomen in het Verzameld werk (Amsterdam, G.A. van Oorschot, 1955; deel 2).

Van de tweede druk van dit werk zijn bij de DBNL scans, een pdf en een ongecorrigeerd OCR-bestand beschikbaar. Klik hier.