Multatuli en de luizen
Toelichting
Uit Batten/Stols:
1940
59. MULTATULI EN DE LUIZEN
Aantekeningen bij een nieuw Waarheidsboek over Multatuli. Amsterdam, Uitgeverij Contact MCMXL.
72 blz. 13,75 x 21,75.
Omslag van lichtgroen papier bedrukt in bruinrood met tekst : „E. du Perron. Multatuli en de Luizen. Contact — Amsterdam."
De tekst van E. d. P. is gedateerd: Den Haag, Januari 1940.
Opdracht: Aan Henri A. Ett.
N.B. Het nieuwe Waarheidsboek is: De Waarheid over Multatuli en zijn Gezin. Een antwoord aan Julius Pée, Menno ter Braak e.a. van de Schoondochter (W. P. van Stockum & Zn. 's-Gravenhage) 1939.
Aantekeningen:
De brochure Multatuli en de luizen– du Perron spreekt zelf van een ‘strafwerkje’ – werd voornamelijk geschreven in reactie op het boek De waarheid over Multatuli en zijn gezin. Een antwoord aan Julius Pée, Menno ter Braak e.a. van de schoondochter (’s-Gravenhage, Van Stockum, 1939).
In zijn boek De raadselachtige Multatuli uit 1976 oordeelde Willem Frederik Hermans kritisch over Du Perron’s brochure: 'Vijftig jaar na zijn [= Multatuli’s] dood zou deze kwestie [nl. slecht vaderschap] nog een van de beschamendste polemieken ontketenen die er ooit in de Nederlandse Letteren gevoerd zijn over een beschamend onderwerp. Uit wanhoop over de aanvallen op haar overleden man, schreef Edu's weduwe, negenenzestig jaar oud, in 1939 een boek van 500 bladzijden groot, waarin hij van alle beschuldigingen werd vrijgepleit. Daarop richtte E. Du Perron zich in een 70 dichtbedrukte pagina's tellende brochure tegen de schoondochter van zijn hoogvereerde schrijver, zonder in staat te zijn ook maar een enkele leugen of vergissing van belang in haar boek aan te wijzen (die er toch wel in staan). Multatuli en de Luizen heette dat boekje. Kon het eleganter? Een kleingeestig werkje, zeer krachteloos. Toch, nog in 1970, weer dertig jaar later, zou ene heer Veenstra, die als wetenschappelijk ambtenaar in dienst was van de Organisatie voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek om de correspondentie van Du Perron uit te geven, geestdriftig roepen dat de brochure was geschreven ‘met een bij wijze van karwats gebruikte pen’. Het denkbeeld een oude dame van 69 jaar af te rossen met een karwats, moet zinneprikkelend en benevelend op de langzamerhand even oude meneer Veenstra hebben gewerkt.'