Manuscrit trouvé dans une poche
Toelichting
Kees Snoek in E. du Perron, Het leven van een smalle mens:
Manuscrit trouvé dans une poche, geschreven in mei/juni 1922, is een woeste aanval op het modernisme. Du Perrons betrekkelijke achterlijkheid op het gebied van de moderne literatuur was al gebleken toen hij op 2 mei 1922 aan [zijn grote jeugdliefde] Clairette Petrucci schreef dat hij de nieuwe bewegingen bestudeerde, te beginnen met het symbolisme. Het is bij deze opvatting van moderniteit niet verwonderlijk dat hij de dadaïsten nog niet kende. De dichters die Du Perron in zijn Manuscrit belachelijk tracht te maken – Cocteau, Cendrars, Jacob, Salmon, misschien ook Rémy en Pia – hebben met elkaar gemeen hun verwantschap met het kubisme, een stroming die ernaar streefde om bij elkaar horende elementen van elkaar los te maken en met andere elementen tot een nieuwe artistieke eenheid te combineren. Inderdaad zijn de technieken die Du Perron in zijn Manuscrit zo verwoed op de hak neemt die van het bewust uiteenhalen en opnieuw combineren van elementen.
De titel van zijn brochure was een pastiche van de titel Manuscrit trouvé dans un chapeau, een in 1919 verschenen werkje van André Salmon dat een speels amalgaam is van uiteenlopende tekstfragmenten, proza zowel als poëzie, die een vervreemdend effect sorteren. Salmons titel is weer een knipoog naar Poe’s Manuscript found in a bottle, maar met de keuze voor een hoed wilde hij aangeven dat zíjn wereld open en beweeglijk is, en niet gesloten. De absurditeit van mensen en dingen wordt naar voren gehaald. Du Perrons Manuscrit trouvé dans une poche is regressief: een terugkeer naar een gesloten universum. Du Perron was eenvoudig blind voor het feit, dat de kubistische methode bij Cocteau leidde tot een heel eigen, speelse sfeer met kosmische suggesties […].
Uit Batten/Stols:
1923
MANUSCRIT TROUVE DANS UNE POCHE
1. In 1923 liet E. du Perron te Brussel drukken zijn boekje: Manuscrit trouvé dans une Poche; chronique de la conversion de Bodor Guíla, étranger. — In dezen tekst staan enkele Fransche gedichten van E. du Perron, die nooit meer herdrukt zijn.
Zie no. 27.
1923
MANUSCRIT TROUVE DANS UNE POCHE
27. Chronique de la Conversion de Bodor Guíla, Etranger. Publié tel qul par Eddy du Perron. Avec un Portrait du Converti par Creixams; et un Certificat du Dr L. Grattefesces. 48 blz. 13,5..20,5. Oranjegeel omslag in rood bedrukt. (Geschreven Mei-Juni 1922 in Montmartre, gedrukt Januari 1923 Brussel).**
Zonder naam van uitgever of drukker. (Gedrukt voor rekening van den schrijver). Portret in autotypie; het „certificat medical" als fascimile in lijncliche.
N.B. Deze bundel bevat in het Fransch geschreven proza en enkele gedichten.
Zie no. 1.
** Deze gegevens berusten op aantekeningen van E. du Perron zelf in het exemplaar in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag.
Aantekeningen:
In de tien auteursexemplaren van de eerste druk van Manuscrit trouvé dans une poche, Chronique de la Conversion de Bodor Guíla, Etranger. Publié tel quel par Eddy du Perron. Avec un Portrait du Converti par Creixams; et un Certificat du Dr L. Grattefesces schreef E. du Perron zelf met de hand het colofon: 'Il a été tiré de cet ouvrage 500 exemplaires ordinaires et 10 exemplaires d’auteur, sur papier de Hollande, hors commerce; achevé d’imprimer le 12 janvier 1923, des presses de C. Collignon, 9 rue Maximilien, Ixelles-Bruxelles.' Dit colofon komt alleen voor in de tien luxe-exemplaren van het Manuscrit. Daarvan bevindt zich er één in een openbare collectie in Nederland, nl. in de UB van Leiden.
Manuscrit trouvé dans une poche werd niet opgenomen in het Verzameld werk.
In 1988 verscheen bij Uitgeverij Kwadraat een heruitgave met een vertaling door Arjaan van Nimwegen.