De koning en zijn min

Toelichting

Kees Snoek in E. du Perron, Het leven van een smalle mens:

[…] Volgens Fred Batten waren de spanningen in Eddy’s leven bij de zelfmoord van zijn vader (2 september 1926) ‘het felst’ en hielden ze vanaf die tijd continu aan. In Het land van herkomst wordt Arthur Ducroo geplaagd door dromen waarin zijn vaders zelfmoord telkens wordt overgedaan; soms slaagt hij erin die te verhinderen, andere keren schiet zijn vader zich vóór zijn ogen dood, ‘maar enkel als een aanwezigheid, zonder dat ik hem ooit werkelik zag.’ Hoewel Du Perrons verhouding met zijn vader de laatste jaren vrij koel was geweest, hadden diens ziekte en dood hem buitengewoon aangegrepen.
Batten schiet met zijn theatrale visie iets te ver door, maar dat de dood van Charles du Perron een allesoverheersende gebeurtenis moet zijn geweest, blijkt ook uit Eddy’s geringe literaire productie in het jaar 1926. In januari 1926 had hij het verhaal ‘Zo leeg een bestaan’ geschreven, een onderkoeld verhaal over een reeks moorden. In april schreef hij in drie dagen tijds de slothoofdstukken van zijn roman Een voorbereiding, maar daarna kwam het creatieve proces weer tot stilstand. Hij verkeerde in een persoonlijke en artistieke impasse, die door de zelfmoord van zijn vader werd geaccentueerd. Het lukte hem niet een nieuwe literaire persona te creëren. Wel schreef hij in oktober 1926 een ‘Eroties Gedicht in Veertien Zangen’, dat hij diezelfde maand liet drukken onder de titel De koning en zijn min, maar een nieuwe weg sloeg hij daarmee niet in. Hetzelfde geldt voor een verhaal in de Perkens-trant, ‘Nameno’s terugkeer’, dat hij in januari 1927 in de Zuid-Franse plaats Villefranche schreef. Het was geen nieuw begin, maar Du Perron was aangenaam verrast dat hij überhaupt weer kon schrijven.

naar hele biografie

Uit Batten/Stols:

1926
8. DE KONING EN ZIJN MIN
De Koning en zijn Min. Eroties Gedicht in Veertien Zangen uit een vreemde taal getrouwelik in de Nederlandse overgezet en gedrukt voor de Vertaler in elf exemplaren.
64 blz. 11,5 x 17,5 cm. Esparto-papier. Per pagina 3 strofen, loodrecht op de pagina gedrukt. [Het werd geschreven in Oct. '26 en gedrukt in dezelfde maand].**
Bruin omslag in zwart bedrukt met den tekst der titelpagina, welke in een rand geplaatst is.
N.B. Hoewel E. d. P. dit gedicht een „gebrekkelike overzettingdus van een in het oorspronkelik zeer savoereus en zeer schoon paem" noemt, hebben wij hier te doen met een oorspronkelijk gedicht van zijn hand. Dit gedicht is nooit herdrukt.

** Deze gegevens berusten op aantekeningen van E. du Perron zelf in het exemplaar in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag.

naar hele bibliografie

Aantekeningen:

De Koning en zijn Min. Eroties Gedicht in Veertien Zangen uit een vreemde taal getrouwelik in de Nederlandse overgezet en gedrukt voor de Vertaler in elf exemplaren is in deze vorm niet herdrukt.
In 1980 werd door de Eliance pers te Amsterdam Du Perron’s erotische poëzie opnieuw uitgegeven in drie delen onder de overkoepelende titel Kloof tegen cylinder, op basis van een typoscript (doorslag) dat zich in de nalatenschap van de auteur bevond, en dat was vervaardigd op Java in november 1937. De tekst van De koning en zijn min maakte hiervan geen deel uit. Dit is daarom – ook in 1980, ook door de Eliance pers – als een vierde deel van Du Perron’s erotische poëzie gepubliceerd, op basis van de oorspronkelijke uitgave uit 1926. De oplage van de vier betreffende delen bedroeg 125 exemplaren. De zorgvuldige tekstredactie en uitgebreide verantwoording van deze uitgave waren in handen van Kees Lekkerkerker.
Een roofdruk hiervan verscheen in 1981 onder het gefingeerde imprint Lekkerkerk, De vuilnisbelt