Filter
Toelichting
Kees Snoek in E. du Perron, Het leven van een smalle mens:
Du Perron alias Duco Perkens werd door Jozef Peeters opgezweept om Paul van Ostaijen voorbij te streven en Michael Seuphor totaal te vervangen. Paul Joostens bleef Seuphor op de hoogte houden van het wel en vooral het wee van de Antwerpse kunstenaarsbent. Over het eerste nummer van De Driehoek schreef hij hem op 15 april 1925: ‘Het eenige waardevol werk dat moet uitstralen is dat van J[ozef] P[eeters] al het ander is uit den vorschenpoel, desondanks mogen kinderen en gekken mede presteren (spelen) zoals Duco Perkens, P[aul] V[an] Ost[aijen].’
Dankzij zijn samenwerking met Peeters kon Du Perron zijn Perkens-teksten Claudia en Een tussen vijf uitbrengen als ‘Cahiers van De Driehoek’, de eerste in mei 1925 in een oplage van 300 genummerde exemplaren, de tweede in september 1925 in een oplage van 315 genummerde exemplaren. Maar waar deze novellen een modernistisch keurmerk kregen, werd dit onthouden aan negenenveertig kwatrijnen die Du Perron had geschreven tussen 28 januari en 17 maart 1925 en die hij zou publiceren onder de titel Filter. Hij had het niet op inspiratie laten aankomen en zich geforceerd elke dag één kwatrijn te schrijven. Peeters’ probleem met deze kwatrijnen was, dat ze rijmden! In zijn ‘Herinneringen aan “modern” Vlaanderen’ heeft Du Perron een notitie gemaakt van de ‘militaire’ kant van Peeters, die zich onder meer uitte in het verbod aan Willink om personages te maken en aan Du Perron om te rijmen. De kwatrijnen verschenen dus niet bij De Driehoek, maar bij de Brusselse boekhandelaar Raoul Simonson, in een oplage van slechts vijfenzeventig exemplaren. […]
Filter
Doordat Du Perron voor zijn kwatrijnen had gekozen voor een klassieke vormgeving, kon het boekje, met de titel Filter, niet onder auspiciën van De Driehoek verschijnen. Toch probeerde Du Perron uiting te geven aan een moderne gevoeligheid. Ter Braak zou het later hebben over de ‘krankzinnigheid van die verschillende combinaties’ die hij het predicaat ‘bijna geniaal’ toekende.Dit geldt echter niet voor alle kwatrijnen: een aantal is tamelijk rechttoe-rechtaan; aan enkele van de verzen liggen banale huiselijke incidenten ten grondslag.
Twee hondjes hebben op ’t tapijt
hun gele mensewee gegoten
Mevrouw heeft haar logé’s beschoten
met gillen uit haar zielestrijd.
Er zijn satirische kwatrijnen, woordspelerige kwatrijnen en ook een paar poëticale kwatrijnen, waarin dichters van clichématige sentimentele poëzie (genre Alice Nahon) op de korrel worden genomen. Soms wordt er op impliciete wijze afgerekend met een verouderd soort poëzie:
Achter het fronsen der gordijnen
moet wis een dikke waarheid staan
Pierrot is eindlik naar de maan
en dies kan ook de maan verdwijnen
Dit kwatrijn is een indirecte aanval op de ‘dikke waarheid’ van romantische poëzie. Te denken valt ook aan Marinetti’s verklaring in zijn futuristisch manifest, dat het maanlicht dient te worden afgeschaft. Voor de gedichten van de afdeling ‘Vermoeide jeugd’ in zijn verzamelbundel Mikrochaos (1932) heeft Du Perron zelf gewezen op mogelijke invloeden van de Franse fantaisistische school. Du Perrons beste kwatrijnen dragen inderdaad een karakter van luchtige speelsheid, dat ze in de buurt brengt van de fantaisisten. Een satirische inslag en een zekere gekunsteldheid zijn evenmin vreemd aan deze poëzieschool. Maar misschien hebben in Filter nog andere invloeden meegespeeld. Boeiend is het later weggelaten kwatrijn:
Weer komt Auroor en uitgelezen
is ’t werk van menig tuin-asceet
driewerf gezegend hij die weet
sisindirans van Soendanezen
Hier wordt een natuurobservatie losjes verbonden met het kennen van Soendanese volksliedjes.
Voor het eerst sinds zijn komst in Europa riep Du Perron in dit kwatrijn vluchtig iets op van zijn land van herkomst. Het is niet zo gek om na het fantaisisme, dat zich beriep op de traditie van de troubadours, ook te kijken naar Indonesische tradities. Enkele van de kwatrijnen hebben in hun grilligheid wel iets weg van een pantoen: een vierregelig vers waarin aan concrete gegevens een verrassende draai wordt gegeven, vaak met een melancholieke, bizarre of laconieke slotregel.
In een bespreking van Filter uitte Constant van Wessem zijn waardering voor de ‘Spielerei’, die de dichter ‘al spelende’ had gevonden. Hij stelt, dat er een elektrisch verband bestaat tussen ‘eenige regels zonder zin en de onbenoembare “Waarheid”’. Louter ernstige dichters hebben daar echter geen vermoeden van. De bespreking eindigt met de gecursiveerde zin: ‘Ik feliciteer den schrijver. ’Constant van Wessem, in zijn fantaisistische vermomming van Frederik Chasalle, schreef zijn positieve kritiek voor De Driehoek, dus voor het ‘thuisfront’. Andere contemporaine recensies van Filter heb ik niet gevonden. Wel staat vast, dat Paul van Ostaijen het niet erg op Filter had begrepen. Hij waardeerde weliswaar de ‘soepelheid’ van de kwatrijnen, maar veroordeelde de ‘terugkeer van den dreun’. Als dichter bestond Du Perron nauwelijks voor hem.
Uit Batten/Stols:
1925
5. FILTER
Filter. Negen-en-veertig kwatrijnen van Duco Perkens. Met portret van de schriiver door Max Jacob. Te Brussel bid Raoul Simonson, 2, Rue du Bois Sauvage. MCMXXV.
56 blz. I I x 17 cm. Colophon: „Van deze brochure werden gedrukt, ter drukkerij A. Breuer te Brussel, niet meer dan viif-enzeventig exemplaren, genummerd I —75; en waarvan I —15 niet in de handel werden gebracht. Dit is no. . ..". Paars omslag, bedrukt met den tekst der titelpagina. Op blz. 2 (tegenover de titelpagina). Op blz. 2 (tegenover de titelpagina is het portret, van een autotypie op kunstdrukpapier gedrukt, geplakt. Opdracht: Affectueusement a Pascal Pia (qui pourtant connaît mieux le jargon des coquillards que la langue de mes polders).
De kwatrijnen werden geschreven van 28-1-1925 tot en met 17-3-1925, dus iederen dag een kwatrijn. In latere uitgaven werden slechts 39 van de 49 kwatrijnen herdrukt.
Zie nos. 6, 12, 13, 17, 18, 20 en 32.
Aantekeningen:
Filter is in deze vorm nooit herdrukt. Enige tientallen kwatrijnen uit Filter hebben de strenge, levenslange naselectie van de auteur doorstaan en zijn, onder de ‘afdelingstitel’ ‘Filter’ opgenomen in het Verzameld werk.
Enkele ‘uitgefilterde’ of ‘vergeten’ kwatrijnen werden in de jaren ’80 in modern bibliofiele vorm herdrukt onder gefingeerde uitgevernamen. Hierachter verschool zich toen Boris Rousseeuw.