Alle de rozen
Toelichting
Kees Snoek in E. du Perron, Het leven van een smalle mens:
Alle de rozen
In het jaar 1927 kwam Du Perrons literaire activiteit weer op gang. Direct na terugkomst van de mediterrane reis schreef hij in april, geïnspireerd door de sfeer van het château en het park eromheen, Alle de rozen of het gesprek bij maanlicht. De tekst bestaat uit een nachtelijke monoloog van de dichter tot Yolande, een meisje met blonde haren en blauwe ogen, ‘in het blauwen-blonde maanlicht’. Hij oreert tot haar over de aard van de poëzie en drijft de spot met sonnetten, die niets anders zijn dan een gietvormpje. Zelf doet hij nooit langer dan een kwartier over een sonnet. Als om zijn verstechnische vaardigheid te bewijzen, onderbreekt hij telkens zijn monoloog om een sonnet te reciteren, zes in totaal. Verder brengt hij de Dood ter sprake, die hem met angst vervult, en de Liefde, die een afwezige God vervangt. Tijdens deze alleenspraak, onderbroken door recitaties, doet Yolande er het zwijgen toe. Op een gegeven moment neemt zij hem vanonder haar wimpers op. Zij lopen ‘naast elkaar voort, de maan schijnt nog steeds, en het kiezel knerpt weer onder hun voeten.’ Als de dichter echter opnieuw begint over de Dood en ook zijn mooie Yolande een ter dood veroordeelde noemt, reageert zij nuchter: ‘Het wordt werkelik èrg laat, Karel.’ De dichter wordt met beide benen teruggezet op de grond, maar zijn dichtersbloed verloochent zich niet: hij hoopt, dat Yolande zijn woorden niet over zich heen heeft laten gaan. Hij toetert haar het refrein van ‘Alle de rozen’ in de oren.
Alle de rozen werd door Breuer gedrukt en verscheen in oktober 1927 in een oplage van twintig exemplaren. Er zit iets tweeslachtigs in de wijze waarop het maken van sonnetten wordt bespot, terwijl de dichter diverse staaltjes geeft van zijn vaardigheid in het schrijven ervan. Du Perrons affiniteit met P.C. Hooft was juist gebleken in de door hem verzorgde bloemlezing Minnedichten, die 22 sonnetten bevat naast vele ‘sangen’ en een enkel ‘liedt’ of ‘deuntje’. In het tweede sonnet van Alle de rozen wordt verwezen naar Hooft, ‘die vroegre Hooft,/ die aan de minne deed, en aan een min-god heeft geloofd’. Maar de sonnetten derailleren in spottende terzinen. Evenals dat bij Duco Perkens het geval was geweest, verbergt een romantische aandrang zich achter spotlust. Een nieuwe ontwikkeling in Du Perrons oeuvre bracht dit boekje niet.
De Vlaamse dichter-criticus Raymond Herreman (1896-1971), een van de twintig bevoorrechten die een exemplaar ontvingen, heeft Alle de rozen gerecenseerd. Hij kon er niet veel in zien: wat was het eigenlijk? ‘betoog, een manifest, een fantazie?’ Hij richt zich rechtstreeks tot ‘mijn goede heer du Perron’, in wie het te prijzen valt dat hij zijn bakens verzet. Maar ‘waar brengt u ons? Waar brengt u Yolande? Begrijpelijk dat het meisje niet reageert, noch op uw proza noch op uw verzen.’ Hij heeft het meisje met zijn ‘problematische woorden’ afgeschrikt! Du Perron werpt alles weg: ‘God, én de inspiratie, én de liefde.’ Herreman weet niet wat hij ervan moet denken; Du Perron is volgens hem ‘tè kwistig met zijn speelsch vernuft en geestige arabesken. Of ik te bedaard?’
Uit Batten/Stols:
1927
11. ALLE DE ROZEN
Alle de Rozen of Het Gesprek bij Maanlicht. Met een tekening van A.C. Willink. Niet in de handel.
32 blz. 15,5 × 20. Colophon op blz. 29: ‘Alle de Rozen of Het Gesprek bij Maanlicht werd geschreven tussen Oktober '26 en '27 te Chaumont-Gistoux (Wallonië) en gedrukt voor de schrijver in twintig exemplaren bij A. Breuer, 313, Elsene Steenweg, te Brussel in Oktober'27. Dit exemplaar is genummerd: ...’
Rose omslag waarop: Alle de Rozen. Tekst gedrukt op esparto-papier.
Zie no. 16.
Aantekeningen:
Tijdens Du Perrons leven is Alle de rozen niet herdrukt. Wel doorstonden sommige gedichten uit deze bundel de levenslange naselectie van de auteur, en zijn (deels) in gewijzigde vorm en met andere titels in Du Perron’s Verzameld werk terecht gekomen.
In 1985 verscheen een volledige heruitgave van Alle de rozen in de Duco Perkens-reeks, onder de gefingeerde uitgeversnaam ‘Het ganzeroer’ te Baflo. In werkelijkheid is deze uitgave verzorgd door de Vlaamse drukker / journalist / letterkundige Boris Rousseeuw.
Colofon van de ‘Ganzeroer’-uitgave (1985)
Alle de Rozen of Het Gesprek bij Maanlicht verscheen in 1927 te Brussel, door Du Perron in eigen beheer uitgegeven in twintig exemplaren die niet in de handel kwamen. Het frontispice, dat ook in deze herdruk is opgenomen, is van de hand van A.C. Willink. Het begin- en het slotvers zijn, achter elkaar afgedrukt onder de titel ‘Poëzie-voorwoord, opgenomen in Kwartier per dag, laatstelijk herdrukt in de uitgave van Bij Gebrek aan Ernst uit 1926. De zes sonnetten zijn, met lichte varianten en voorzien van titels, alle opgenomen in het Verzameld werk.
De acht prozateksten werden nimmer herdrukt.
Dit is het vijfde deel in de Duco Perkens-reeks, opgezet door een groep min of meer samenwerkende Perkensii. Andere teksten zullen binnenkort verschijnen. Vraag uw vertrouwde boekverkoper ernaar!
Deze uitgave werd in 1985 verzorgd door Het Ganzeroer te Baflo, in een oplage van 60 genummerde exemplaren. Dit is nummer:...