39. J. Gans aan E. du Perron: Amsterdam, 16 februari [1936]
Amsterdam 16 febr.
Reguliersgracht 17
Beste du Perron,
Ja het is iets draaglijker voor me in Amsterdam dan in Den Haag, al loopt het zoo goed als zeker weer op stempelen uit. Maar gisterenavond liep ik met een warm brood onder den arm door de besneeuwde binnenstad en ik voelde me bijna rustig.
Misschien is het mogelijk buken de maatschappelijke drukte te leven, zonder er rancune tegen te hebben. Kafka heeft het een heel eind in die richting gebracht.
Van de gedichten had ik niet de minste verwachting. Ze zijn me waarschijnlijk met de noodige gebreken ontglipt. Aan het verhaal wil ik eerst nog het slot met den boterham met kaas toevoegen. Wanneer dat gebeurd is, zal ik het graag aan Greshoff sturen, of wellicht toch beter naar jou, omdat Gr. dan misschien al weer weg is uit Parijs.
Op de leeszaal keek ik al uit naar het Febr. nummer van Gr. Ned. voor je artikel over Parijs, de eerste keer was het er niet, de tweede maal was het in gebruik, maar morgen zal ik opnieuw probeeren.
Het Parijsche plan mislukt op alle manieren. Misschien kom ik nog wel eens naar Parijs, maar dan bij toeval en zonder plan. Het nummer van Commune162 las ik wat de stukken van Guilloux betreft met veel plezier. Ook het stuk over Rimbaud als communard. ‘Dossier confidentiel’163 heeft me erg
veel gedaan en ik vind het veel dichter bij ‘Le sang noir’ dan Guilloux' overige boeken.
Zou jij iets kunnen opstellen aan Chevasson, waarin ik hem bericht de besprekingen van toegezonden boeken te sturen en graag eenige nieuwe te ontvangen.
Je bundel gedichten is in de drukte van den tram uit mijn arm geglipt. Ik merkte het te laat en tot dusver is hij nog niet gevonden. De gedachte dat de oneerlijke onbekende vinder je gedichten ook mooi kan vinden is voor mij een schrale troost.
Intussen met hartelijke groeten, ook aan Bep,
Gans
Ik lees geregeld in Sturmer164 en schrijf je daar nog wel over. Nu eindelijk je artikel165 over Parijs gelezen. Ik schreef je indertijd al, dat ik dit nog veel scherper verwachtte, dan dat over Moskou was. Die verwachting is meer dan bevestigd.
Ik wil je bekennen, dat ik soms gemeend heb, dat Moskou in staat zou zijn je op een of andere manier te enteren. Na lezing van je artikel ben ik van die meening voor goed genezen. Jij wordt goddank nooit een politicus, omdat je de politiek op een niet politieke manier zoo hartgrondig door hebt, dat je in die sfeer nooit zou kunnen bestaan.
Je argument of de meeste van deze lieden zouden schrijven, wanneer er ‘geen maatschappelijk slechte omstandigheden waren’ lijkt me den spijker vrijwel op den kop te slaan en ik begreep eigenlijk niet waarom je je voor het gebruik van dat argument min of meer verontschuldigde.